Herhalen zelfstandige naamwoorden en participium

• Latijn
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 3

Herhalen zelfstandige naamwoorden en participium

Hoe weet je of een bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort in het Latijn?

1. De uitgangen zijn hetzelfde
2. Naamval, getal en geslacht zijn hetzelfde
3. Ze hebben evenveel letters
4. Ze staan naast elkaar

Hoeveel verbuigingsgroepen heeft het Latijnse zelfstandig naamwoord?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Zelfstandige naamwoorden uit het Latijn die eindigen op -us krijgen in het meervoud een -i in plaats van -us.
politicus-politici

1. niet waar
2. waar

Servi is een:

1. gen.ev.
2. dat.ev.
3. abl.ev.
4. nom.mv.

puella kan de volgende naamvallen zijn:

1. nom.ev.
2. abl.ev.
3. vocativus.ev.
4. alle drie

rei is een:

1. gen.ev.
2. dat.ev.
3. nom.mv.
4. alle drie

'manus' kan vier naamvallen zijn.

1. waar
2. niet waar

Hoe vertaal je:
servus lacrimans exit

1. de slaaf die huilt gaat naar buiten
2. de slaaf die naar buiten gaat huilt

Hoe zeg je in het Latijn:
'de geroepen slaaf'

1. servus vocans
2. servus vocatus

welke vorm is een dativus?

1. feminae vocantis
2. feminam lacrimantem
3. feminis lacrimantibus
4. feminas lacrimantes

Hoe vertaal je:
Servus lacrimantem feminam audit.

1. De slaaf hoort de vrouw, terwijl hij huilt.
2. De vrouw hoort de slaaf die huilt.
3. De slaaf hoort de vrouw, die huilt.
4. De huilende slaaf hoort de vrouw.

manum trementem
Deze vorm is een:

1. nom.ev.
2. acc.ev.
3. gen.mv.
4. acc.mv.

Welke vorm congrueert met
'regum'?

1. fortem
2. forte
3. fortium
4. fortes

Welke vorm congrueert met:
'res'?

1. bona
2. bonas
3. bonae
4. bones