Op je blaadje:1. Vertaal volgende stukje DNA naar eiwit: TAC ACA CAA ATT
2. (J of OJ?) Bij genregulatie worden genen uit of aangezet
3. (J of OJ?) Alle cellen van een organisme hebben hetzelfde DNA
4. (J of OJ?) Celdifferentiatie is het proces waarbij cellen verschillende eiwitten gaan maken en daardoor verschillende functies krijgen
5. Welke organellen maken eiwitten in de cel?
6. (J of OJ?) Genen kunnen worden uitgezet door het DNA steviger op te rollen.