7.2 Populaties

 7.2 Populaties
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

 7.2 Populaties

Slide 1 - Slide

7.1 Organismen
Ecologie= onderzoek naar relaties tussen organismen en hun omgeving

Voedselketen begint met een producent( autotroof) In elke schakel gaat er energie verloren (warmte, beweging, uitscheiding)

Slide 2 - Slide

Een individu en alle anderen om hem heen 

Slide 3 - Slide

Als individuen van 2 verschillende populaties lange tijd niet met elkaar voortplanten

Bijvoorbeeld door geografische isolatie zoals een rivier of bergketen
Aantekening
  • Levensgemeenschap = alle populaties in een bepaald gebied samen
  • Biotoop = alle abiotische factoren in een bepaald gebied samen
  • Ecosysteem = alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied samen
  • Biosfeer = alle ecosystemen op aarde samen
Definities 

Slide 4 - Slide

Als individuen van 2 verschillende populaties lange tijd niet met elkaar voortplanten

Bijvoorbeeld door geografische isolatie zoals een rivier of bergketen
Aantekening
Habitat = leefgebied van een organisme binnen een ecosysteem zoals het wateroppervlak of de bosbodem

Definities 

Slide 5 - Slide

Invloeden van het milieu

Slide 6 - Slide

Waar kan een soort leven?
Verspreidingsgebied = gebied op aarde waar een soort voorkomt

Tolerantie = vermogen om schommelingen van een abiotische factor te verdragen
Aantekening

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waar kan een soort leven?
Beperkende factor = de ultieme abiotische factor die bepaald of een soort / organisme ergens kan leven / groeien

Aantekening

Slide 9 - Slide

7.2 Populaties 

Slide 10 - Slide

Onderdelen paragraaf
  • Relaties in en tussen populaties 
  • Invloeden op populatiedichtheid 
  • Exoten en populatiegroei 

Slide 11 - Slide

Relaties tussen populaties
Relaties tussen individuen, deze kan gericht zijn op: 

-- competitie
  • leidt tot specialisatie door natuurlijke selectie

-- coöperatie
  • soms hebben verschillende soorten een langdurige relatie met elkaar = symbiose 

Slide 12 - Slide

vormen van symbiose

Slide 13 - Slide

voorbeelden mutualisme 
Nijlkrokodil
–Eet normaal beesten
–Staat vogel toe in zijn mond rond te lopen
Krokodilvogel
–Verwijdert parasieten en voedselresten uit mond krokodil
–Eet parasieten (o.a. bloedzuigers)

Korstmossen, bestaan uit:
1) Algen --> Maken organische stoffen (suikers) m.b.v. fotosynthese
2) Schimmel --> Zorgt voor water en mineralen
                            --> Komt via alg aan organische stoffen

Slide 14 - Slide

voorbeelden commensalisme 
Clownfish
–Schuilplek tussen zeeanemoon
–Heeft slijmlaag tegen netelcellen anemoon
Zeeanemoon
–Geen voordeel, geen nadeel

Zuigvis
-Reist mee met haai
Haai
- Geen voordeel of nadeel

Slide 15 - Slide

voorbeelden parasitisme
Vogellijm of maretak onttrekt water en voedingsstoffen aan de gastheer

Slide 16 - Slide

Populatiedichtheid
=het gemiddelde aantal individuen per oppervlakte (land) of volume (water) eenheid.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

de populatiegrootte schommelt meestal rondom een biologisch evenwicht (BiNaS 93...)

Slide 19 - Slide

Factoren van invloed op populatiedichtheid: 
  • dichtheidsafhankelijke factoren: prooi, parasitisme, ziekte, voedselconcurrentie. → werkt via negatieve terugkoppeling wat zorgt voor biologisch evenwicht. 
  • dichtheidsonafhankelijke factoren: klimaat , ramp, activiteit mens→ toeval en heeft dus geen terugkoppeling.
  • vreemde soorten

Deze factoren beïnvloeden het geboortecijfer, sterftecijfer en emigratie of immigratie.  

Slide 20 - Slide

Bekijk het diagram

In dit ecosysteem lijkt er sprake te zijn van een dynamisch evenwicht tussen een predator en zijn prooi


Slide 21 - Slide

uitheemse soorten
= soorten die van oorsprong niet in het gebied voorkomen. Sommige kunnen zich vestigen en verspreiden.

Exoot = Als de mens voor introductie heeft gezorgd

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Exoten

Slide 24 - Slide

Populatiegroei invasieve soort 
  • Begin exponentiële groei;  hulpbronnen onbeperkt en ontbreken van natuurlijke vijand. (J-curve) 
  • Dan wordt draagkracht bereikt en stelt zich biologisch evenwicht in
  • Draagkracht: De maximale populatiegrootte die over langere tijd in een bepaald gebied kan worden gehandhaafd.

Slide 25 - Slide

Wat nu?
Verbeter of voeg informatie toe aan de uitwerking van 'les 1'

Wanneer je dit gedaan hebt werk je samen verder aan 'les 2'

De opdrachten van les 2 voeg je toe onder de opdrachten van les 1 in hetzelfde document. 
Wanneer je de gegevens hebt verwerkt (eind van de les) stuur je dit op via Magister naar de docent

Slide 26 - Slide