H4 werkwoordspelling en column

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik (worden) ... morgen veertien jaar.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Mijn moeder (beloven) ... mij een fiets.

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:

De leraar (behandelen) de grammatica.

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

Hanneloor (willen) rustig op hulp wachten.

Fredje (wandelen) gisteren opnieuw tegen zijn oma aan.

Alfons (verhuizen) na 36 jaar toch eindelijk uit zijn studentenhuis.

Peert heeft ondanks een echtelijke ruzie zijn vrouw alsnog groen (verven).

(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

(Engelse werkwoorden)
Wij (racen-vt)

1. racte
2. racette
3. racden
4. raceten

(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)

1. gepaintbald
2. gepaintballd

Engelse werkwoorden

De miljonairsdochter is door drie onbekende mannen (kidnappen)

1. kidgenapt
2. gekidnapt
3. gekidnapped
4. gekidnapd