Hoofdstuk 5.8 grammatica woordsoorten (les 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui en je leerwerkboek;
• je laptop (dicht).

Planning

• Huiswerk bespreken
• Werkmoment
  
• Wat leren voor de toets
• Afsluiten van de les
  

Huiswerk bespreken

Maak van 5.8: 1, 4, 7 en 8.

Opdracht 1: av en vrv benoemen

Opdracht 4: av bijvoeglijk/zelfstandig

Opdracht 7: vrv bijvoeglijk/zelfstandig

Opdracht 8: alle woordsoorten herhalen

av

dit, dat, deze, die, zo'n, zulke, dergelijke

vrv

wie, wat, welk(e), wat voor (een)

Werkmoment

• Maak van 5.8: 9 en 10. Zelf weer nakijken.
• Fouten gemaakt in 9? Bepaal je herhaalopdrachten met 10.

opdracht 11 voor: zn, hww, kww, zww

opdracht 12 voor: bn, lw, vz

opdracht 13 voor: av en vw

opdracht 14 voor: psv en bzv

opdracht 15 voor: vrv

Wat leren voor de toets?

4.7 Grammatica zinsdelen (p. 54)

Je weet: 

1. wat een enkelvoudige en een samengestelde zin is (p. 55);
2. wat het meewerkend voorwerp is (p. 57).

Zinnen kunnen ontleden tot en met stap 6 (zie p. 150).

4.8 Grammatica woordsoorten

Nieuw:

• voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord kunnen benoemen (p. 61, 63, 64).

Bekend (overzicht op pagina 152)

• lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, voorzetsel, koppelwerkwoord,  hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord.

5.8 Woordsoorten (p. 128)

Je kunt: 

• het aanwijzend voornaamwoord benoemen (p. 129);
• het vragend voornaamwoord benoemen (p. 130).

Afsluiting

Huiswerk staat in Magister.