8.3 Ken je rechten

8.3 Ken je rechten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.3 Ken je rechten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat een arbeidsovereenkomst is en wat erin staat
Je kunt het doel van de arbowet uitleggen 
Je kunt de begrippen minimumloon, nettoloon en brutoloon uitleggen

Slide 2 - Slide

Wat bepaalt je maatschappelijke positie?

Slide 3 - Open question

Wat bepaalt je maatschappelijke positie?
  • Je inkomen: veel geld = veel aanzien
  • Je status/aanzien:  profvoetballers, artsen, muzikanten
  • Je talent: als je iets goed kunt kijken mensen tegen je op
  • Je kennis en vaardigheden: kok meer aanzien dan leerling
  • Hoeveel macht of verantwoordelijkheid je hebt: eigen baas     dan kun je mensen ontslaan, politicus veel macht in een land



Slide 4 - Slide

Hoog
Laag
Arts

Piloot
Schoonmaker
Rechter
Burgemeester
Advocaat
Leraar
Café eigenaar
Automonteur
Profvoetballer
Boer
Kapper
Politieagent
Militair
Tandarts

Slide 5 - Drag question

Wat is sociale mobiliteit?
A
Vermogen om jezelf door het land te verplaatsen
B
Vermogen om te stijgen of dalen op de sociale ladder
C
Al het verkeer van mensen in Nederland
D
Het aantal interacties van iemand op een dag

Slide 6 - Quiz

Welk onderdeel heeft GEEN invloed op de je plek op de sociale ladder?
A
opleiding
B
je vervoersmiddel
C
werk
D
ervaring

Slide 7 - Quiz

Contracten
Arbeidsovereenkomst: Afspraken tussen werkgever en werknemer.

Afspraken staan in het CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst.

Slide 8 - Slide

Rechten en plichten
Twee soorten arbeidsovereenkomsten:

  • de vaste arbeidsovereenkomst (zonder einddatum);


  • de tijdelijke arbeidsovereenkomst (met einddatum).


Flexwerkers hebben een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

Slide 9 - Slide

Arbeidsovereenkomst
CAO = Collectieve ArbeidsOvereenkomst
Individuele  arbeidsovereenkomst
Bedrijfstak
1 Werknemer

Slide 10 - Slide

Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?:
De afspraken die je maakt tussen werkgever en werknemer:
- Je functie
- Je werktijden
- De lengte van het contract 
- Je loon
- Het aantal vakantiedagen
- Je proeftijd

Slide 11 - Slide

CAO
CAO = collectieve arbeidsovereenkomst.
  • Afspraken tussen werknemers (vakbonden) en werkgevers over werk, veiligheid, loon, etc.
  • Verschillende belangen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Brutoloon en nettoloon
Brutoloon: Loon die op je arbeidscontract staat, krijg je niet op je bankrekening. 
Nettoloon: Loon die je overhoudt na het aftrekken van loonbelasting en sociale premies. 

Slide 15 - Slide

Verschil tussen wit en zwart werk
- Bij wit werk ben je verzekerd voor ongevallen en ziekte, bij zwart werk niet

- Bij wit werk betaal je premie en bij zwart werk niet

Slide 16 - Slide

Wit werk- zwart werk
Zwart werk mag niet
- je betaalt geen belasting en premie
- Je bent niet verzekerd
- je krijgt niet doorbetaald als je ziek bent
- je hebt geen rechten.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Recht op werk
Werken is een recht daarom moet de overheid voor genoeg banen zorgen.
Als het niet lukt om een baan te vinden heb je recht op een uitkering. 
'Je moet wel blijven solliciteren dit noem je sollicitatieplicht.

Slide 19 - Slide

Drie onderdelen Arbowet
  • Arbowet bestaat uit drie onderdelen
  1. Veiligheid
  2. Gezondheid
  3. Welzijn

Slide 20 - Slide

Werk je veilig en gezond?
  • Belangrijk om op een gezonde en veilige plek te werken.
  • In Nederland hebben wij de Arbowet
  • Werkgevers moeten zich aan de Arbowet houden.


Arbowet: Arbeidsomstandighedenwet, hoe werkgevers voor gezonde en veilige werkplekken moeten zorgen. 

Slide 21 - Slide

PO = CV maken

Vormgeving:
- creativiteit
- netheid

Inhoud
- Persoonlijke info
- Werkervaring (bijbaantjes?)
- Professionele foto
- Vaardigheden en talenten
- Interesses 
- Voorkom spelfouten 

Slide 22 - Slide

De arbowet is
A
Hierin staat wie, in Nederland, er allemaal mag werken.
B
Hierin staat wie elke job mag uitvoeren.
C
Hierin staat hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde en veilige werkplekken.
D
Hierin staat hoe werknemers zich moeten gedragen op de werkvloer.

Slide 23 - Quiz

Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:
A
het laagste loon in een bedrijf
B
het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt
C
het loon na belastingen en premies
D
een ander woord voor de bijstand

Slide 24 - Quiz

Je hebt sollicitatieplicht als je een uitkering krijgt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

In een CAO staan
A
Werkafspraken voor werknemers in een hele bedrijfstak
B
Werkafspraken voor werknemers in een bedrijf
C
Werkafspraken voor vrijwilligerswerk
D
Wetten met betrekking tot arbeid

Slide 26 - Quiz

Het verschil tussen zwart- en wit werk is...
A
Zwart werk is crimineel, wit werk is legaal
B
Bij zwart werk krijg je altijd meer betaald dan bij wit werk
C
Bij zwart werk betaal je geen belastingen en premies, bij wit werk wel
D
Bij zwart werk betaal je belastingen en premies, bij wit werk niet

Slide 27 - Quiz