2HV - Les 21 PW U1 & U2

PW U 1 & 2
Lees + luister
Ser
Llamarse
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Rangtelwoorden 1e-10e NL-SP
Korte zinnetjes kunnen maken
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PW U 1 & 2
Lees + luister
Ser
Llamarse
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Rangtelwoorden 1e-10e NL-SP
Korte zinnetjes kunnen maken

Slide 1 - Slide

Oefentoetsen
Socrative --> 
Roomname: CROES5360


Slide 2 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
(yo)                                                
(tú)                                   
(él, ella, usted, ..)                La chica / El señor Perez / El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo
(vosotros/-as)                      Maria y tú
(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria

Oefen HIER met quizlet

Slide 3 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord + SER
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor de opdrachten

Slide 4 - Slide

Llamarse
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor opdracht 1

Klik HIER voor opdracht 2

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Enkelvoud/Meervoud
         Woord + S
      Woord + ES
_____a+s (chicas)
_____n+es (canciones)
_____o+s (chicos)
_____d+es (ciudades)
_____e+s (estudiantes)
_____l+es (hoteles)
camping+s
_____r+es (profesores)
Klinker + ES
Medeklinker + ES

Slide 9 - Slide

 
Uitzonderingen: 

El día= de dag 
El problema= het probleem 
El sistema= het systeem 
El mapa= de kaart 
La foto= de foto 
La moto= de motor 
La radio= de radio 
La mano = de hand
Lidwoorden enk/mv

  1. oefen HIER met de uitzonderingen op quizlet
  2. lidwoorden enkelvoud: klik hier
  3. lidwoord + zelfstandignw in meervoud zetten: klik hier

Slide 10 - Slide

Jezelf voorstellen

Klik hier voor de opdrachten

Slide 11 - Slide

Dit / Deze - ml/vl/ev/mv

Slide 12 - Slide

Aanwijzende vnw
  1. (DEZE)........... coche es rojo. 
  2. ¿(DIT).............. chica es Ana?
  3. ¿(DIT).............. libro es tuyo?
  4. (DEZE).............. sillas son rojas.
  5. (DEZE)............ bolígrafos son de Juan.

Slide 13 - Slide

ANTWOORDEN
  1. (DEZE)........... coche es rojo. ESTE
  2. ¿(DIT).............. chica es Ana? ESTA
  3. ¿(DIT).............. libro es tuyo? ESTE
  4.  (DEZE).............. sillas son rojas. ESTAS
  5. (DEZE)............ bolígrafos son de Juan. ESTOS

Slide 14 - Slide

Bijvoeglijk naamwoorden
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 15 - Slide

1. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -O
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 16 - Slide

2. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -E.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 17 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker verandere niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
       la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 18 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes

  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 19 - Slide

Bijvoegelijk naamwoord
Als je de uitleg op de vorige sheets hebt gelezen en begrepen, kun je de volgende opdracht maken om te oefenen.

Oefen: klik HIER om te oefenen


Ken je een woord niet? Zoek het op, maar volg vooral eerst de regel!

Slide 20 - Slide

Los números
Tot aan 30 schrijf je alles aan elkaar vast met een 'i' als verbindingswoord.

Na de 30 schrijf je alles van elkaar af en verandert de 'i' in een 'y' (wat 'en' betekent).

Denk aan de accentjes bij: 
16, 22, 23, 26

Slide 21 - Slide

Números + extra ww

Oefen HIER met quizlet


Klik HIER voor de opdrachten

Slide 22 - Slide

Korte zinnetjes maken
- Voca Unidad 1 
- Voca Unidad 2

Lidwoord-zelfstandig naamwoord - werkwoord (ser) - bijvoeglijk naamwoord
1. De zus is lang
2. Het team is veel
3. Het broodje is oud
4. De radio is nieuw

Slide 23 - Slide

Korte zinnetjes maken
- Voca Unidad 1
- Voca Unidad 2
Lidwoord-zelfstandig naamwoord - werkwoord (ser) - bijvoeglijk naamwoord

1. De zus is lang                           - La hermana es alta
2. Het team is veel                     - El equipo es mucho
3. Het broodje is oud                - El bocadillo es viejo
4. De radio is nieuw                    - La radio es nueva

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide