2025-06-17 G3 Grieks

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat een ptc. woordgroep is.
• Ik kan zinnen met een ptc.-woordgroep vertalen.

Weektaak

• Herhalen: woorden t/m les 24
• Leren: W les 26 (100%)
• Maken: T 26, r. 1-10
• Maken (deels in de les): ergon 12 (1, 3, 4)

Begintaak: oefen met de woordjes!

ἡ ψύχη (2)     φύω     ὁ καρπός (3)    συλλέγω  ὁ χειμών (gen.?)(2)     δεινός (F/N?)(2)    ὑφ᾿(+?)     ὤν (F/N?)   ὁ ἐνιαυτός     

ἡ χείρ (gen.?)     τὸ ἥμισυ     δακρύω (+?)     

ἅτε (+?)     μεταβάλλω (2)     γαμέω (+?)    ἀδύνατος (2)     ἁρπάζω     τὸ φῶς (gen.?)    ὀφείλω (+?)     ὁ γάμος     ἀν᾿- 

ἕξ     ἄκων (F/N?)(gen.?)

• Leg twee aan twee aan elkaar het stappenplan ptc. vertalen uit. 
• Ieder legt het één keer aan de ander uit.

Stappenplan praedicatief gebruikt ptc. praes. vertalen

• Bepaal waarmee het ptc. congrueert (dat is het ond. van het ptc.)

• Een ptc. in de nom. congrueert altijd met het onderwerp.
• Maak een terwijl-zinnetje met

      - ptc als pv

      - ond. van ptc. als ond.

• Zorg voor gelijktijdigheid.
• Pas het voegwoord zo nodig aan: omdat, hoewel, toen, als

Pak je HB op blz. 117 + je schrift.

• Vertaal an ergon 12 de zinnen 1, 3 en 4.
• Gebruik je stappenplannen (voor de zin én de ptc.-woordgroep)
• Zorg ervoor dat je voor het bord kunt uitleggen (met stappenplan) hoe je tot je vertaling bent gekomen.
• We bespreken dit over 15 minuten.