H1 Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 1 woordenschat

Les 

5 min: nieuwe theorie aanhoren/lezen/besprekem

7 minuten: filmpje over beeldspraak bekijken

3 min: filmpje samenvatten

25 min: kennis testen door middel van digitale vragen

Doelen

- Je kunt in eigen woorden uitleggen wat beeldspraak is.

- Je kunt het verschil tussen een metafoor, vergelijking en personificatie beschrijven

- Je kunt een voorbeeld benoemen van een metafoor, vergelijking en een personificatie

Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie en metonymie

Beeldspraak = beeld + spraak = spreken in beelden

- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst interessanter, mooier,
   duidelijker en krachtiger.

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. vergelijking
3. metafoor
4. personificatie

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. metafoor
2. personificatie
4. vergelijking

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?

1. onjuist
2. juist

…maar de premier kwam met zo'n snoeischaar...

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

en ondertussen dan nog die hete aardappel van een referendum voor zich uitschuiven...

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

0

...de man die het aan zijn xenofobische laars lapt.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

Laten we geen wolk van pessimisme over Nederland trekken.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

Dans metaforen, dans!

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Noem iets wat je leuk vond, twee dingen die je hebt geleerd of onthouden en iets wat je nog wilt weten.