1VWO check leerdoelen - 12juni2025

1VWO leerdoelen check
12 June 2025
1 / 42
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1VWO leerdoelen check
12 June 2025

Slide 1 - Slide

Much & Many

Slide 2 - Slide

Wat is de Nederlandse vertaling van much & many?

Slide 3 - Open question

...... water bottles
A
much
B
many

Slide 4 - Quiz

...... water
A
much
B
many

Slide 5 - Quiz

...... times
A
much
B
many

Slide 6 - Quiz

...... children
A
much
B
many

Slide 7 - Quiz

...... effort
A
much
B
many

Slide 8 - Quiz

...... time
A
much
B
many

Slide 9 - Quiz

Ik kan much en many toepassen in een opdracht.
rood
oranje
groen
blauw

Slide 10 - Poll

Ik kan uitleggen wanneer je much of many gebruikt.
rood
oranje
groen
blauw

Slide 11 - Poll

Vergelijkingen

Slide 12 - Slide

Hoe maak je een vergelijking als het bijvoeglijk naamwoord bestaat uit 1 lettergreep?
A
+er / +est
B
more ... / most ...

Slide 13 - Quiz

Vul de antwoorden in:
big - .... - ....

Slide 14 - Open question

Hoe maak je een vergelijking als het bijvoeglijk naamwoord bestaat uit 2 lettergrepen, en eindigt op een y?
A
y eraf, +ier / +iest
B
more ... / most ...

Slide 15 - Quiz

Vul de antwoorden in:
happy - .... - ....

Slide 16 - Open question

Hoe maak je een vergelijking als het bijvoeglijk naamwoord bestaat uit 2 lettergrepen, en NIET eindigt op een y?
A
+er / +est
B
more ... / most ...

Slide 17 - Quiz

Vul de antwoorden in:
perfect - .... - ....

Slide 18 - Open question

Hoe maak je een vergelijking als het bijvoeglijk naamwoord bestaat uit 3 of meer lettergrepen?
A
+er / +est
B
more ... / most ...

Slide 19 - Quiz

Vul de antwoorden in:
difficult - .... - ....

Slide 20 - Open question

Vul de antwoorden in:
bad - .... - ....

Slide 21 - Open question

Vul de antwoorden in:
good - .... - ....

Slide 22 - Open question

Ik kan een vergelijking maken in het Engels.
rood
oranje
groen
blauw

Slide 23 - Poll

Ik kan uitleggen hoe je een vergelijking maakt in het Engels.
rood
oranje
groen
blauw

Slide 24 - Poll

Past Simple

Slide 25 - Slide

Engelse werkwoorden in de verleden tijd eindigen meestal op ...

Slide 26 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
walk

Slide 27 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
like

Slide 28 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
stop

Slide 29 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
work

Slide 30 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
brag

Slide 31 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
play

Slide 32 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
try

Slide 33 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
go

Slide 34 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
do

Slide 35 - Open question

Wat is de verleden tijd van ...
see

Slide 36 - Open question

Welke signaalwoorden horen bij de past simple?
A
never
B
often
C
ago
D
yesterday

Slide 37 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij de past simple?
A
usually
B
last
C
ever
D
yet

Slide 38 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij de past simple?
A
in 2014
B
often
C
always
D
already

Slide 39 - Quiz

Ik kan een Engels werkwoord in de verleden tijd zetten.
rood
oranje
groen
blauw

Slide 40 - Poll

Ik kan uitleggen hoe je de verleden tijd maakt in het Engels.
rood
oranje
groen
blauw

Slide 41 - Poll

Ga verder met de weektaak (week 24) in Stepping Stones Online, of ga aan de slag met het oefenen van de grammatica.

Weektaak grammatica oefenengrammar 15, 16, 17

Slide 42 - Slide