Present perfect and Past simple

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What is a past simple and how do you make it?

Slide 2 - Open question

How do you make a present perfect and when do you use it?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Past Simple
Onvoltooid verleden tijd 
Bepaald moment in het verleden
Duidelijke tijdsaanduiding!
Regelmatige ww = +ed
Onregelmatige ww = 2de vorm
I walked to school yesterday.
I went to school yesterday.

Slide 5 - Slide

Present perfect
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Toen t/m nu
For, yet, never, ever, just, already, since. FYNE JAS.
Regelmatige ww = have/has + ww + ed
Onregelmatige ww = have/has + 3de vorm
She has lived here for six years.
She has just written a book.

Slide 6 - Slide

Questions and negations past simple
You went to a concert last night.
Did you go to a concert last night?
You didn't go to a concert last night.
Na een vorm van 'to do' gebruik je ALTIJD een HEEL werkwoord!
Did you see the accident last night? 
You didn't walk to school yesterday.

Slide 7 - Slide

Questions and negations Present Perfect
I haven't been to the USA since 2014.
Have you ever seen the 'Lord of the Rings'?
Omdat er in deze vorm al een hulpwerkwoord gebruikt wordt: 'to have', kan deze gewoon gebruikt worden om vragen en ontkenningen te maken. In een vraag komt de vorm  van 'to have' voor het onderwerp, in een ontkenning komt er not/never/n't achter de vorm van 'to have'.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Name 2 things you learned today

Slide 14 - Open question

Ask a question about this subject.

Slide 15 - Open question