What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
instapopdracht grammatica woordsoorten
instapopdracht grammatica woordsoorten
Na deze opfriscursus
-ken je de kenmerken van de woordsoorten uit klas 1 en 2
-kun je deze woordsoorten benoemen in eenvoudige en complexere zinnen
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
instapopdracht grammatica woordsoorten
Na deze opfriscursus
-ken je de kenmerken van de woordsoorten uit klas 1 en 2
-kun je deze woordsoorten benoemen in eenvoudige en complexere zinnen
Slide 1 - Slide
Welke woordsoorten uit
klas 1 en 2 weet je nog?
Slide 2 - Mind map
voegwoord
zelfstandig
werkwoord
bepaald hoofdtelwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
zelfstandig naamwoord
plakt twee zinnen aan elkaar
mensen, dieren, dingen etc.
zegt iets over een zn
kast-,kooi-, feestwoordjes
de, het, een
geeft een precieze hoeveelheid aan
belangrijkste werkwoord in de zin
Slide 3 - Drag question
Mijn jongste broertje vindt de Efteling het leukste pretpark van Nederland.
Hoeveel zn's staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quiz
Veel mensen gaan met de auto op wintersport naar Oostenrijk.
Hoeveel vz's staan er in deze zin?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 5 - Quiz
Hoop jij ook zo op een witte kerst in je welverdiende vakantie?
A
je = pers.vnw welverdiende = bn
B
je = bezit.vnw welverdiende = bn
C
je = pers.vnw welverdiende = ww
D
je = bezit.vnw welverdiende = zn
Slide 6 - Quiz
Maak zelf een enkelvoudige zin waarin je het woordje 'je' een keer als pers.vnw gebruikt en als bezit.vnw.
Slide 7 - Open question
Het OBC heeft andere jaren ook al aandacht besteed aan Paarse Vrijdag.
Benoem de ww's.
A
heeft = hww besteed = zww
B
heeft = zww
C
heeft = zww besteed = hww
D
heeft = zww besteed = zww
Slide 8 - Quiz
waar of niet waar?
De woordjes 'en, 'want', 'maar' verbinden hoofdzinnen met elkaar en noemen we daarom nevenschikkende voegwoorden!
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Ze is twee keer naar die film geweest en hij draait zaterdag voor de laatste keer.
Benoem de telwoorden.
A
twee = bep. hoofdtw laatste = bep. rangtw
B
twee = bep. hoofdtw laatste = onb. rangtw
C
twee = bep. rangtw laatste = onb. rangtw
D
twee = onb. hoofdtw laatste = onb. rangtw
Slide 10 - Quiz
Over deze woordsoort zou ik graag meer uitleg willen:
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
persoonlijk vnw.
bezit.vnw
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
voegwoord
telwoord
Slide 11 - Poll
More lessons like this
instapopdracht grammatica woordsoorten
January 2025
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica 3.5 (les 2)
January 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammatica woordsoorten havo 3 lw tm voornaamwoorden
January 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica woordsoorten blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz
December 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Woordleer
22 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
4T 6.3 Woordsoorten
October 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
zaterdag 25 november 2023: Grammatica woordbenoemen + Sinterklaas en de Pieten discussie
November 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secondary Education
Woordsoorten (3 mavo)
January 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1