bijvoegenlijk naamwoord

1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

weetje nog....
Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 2 - Slide

In ... huis woont Steff.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat

Slide 3 - Quiz

... jongen daar heeft de bal nog nooit gemist.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat

Slide 4 - Quiz

Amina gaat graag naar ... winkel (dichtbij)
A
die
B
dit
C
deze
D
dat

Slide 5 - Quiz

Arwa heeft ... aan de meester gevraagd.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat

Slide 6 - Quiz

het bijvoeglijk naamwoord
  • benoemd een eigenschap van het zelfstandig naamwoord
  • meestal staat het voor het zelfstandig naamwoord maar dat hoeft niet, het kan ook alleen in een zin staan.
Voorbeeld:
Hafsa heeft een donkerblauw en een zwart t-shirt.
Heeft ze vandaag de blauwe of de zwarte aan?

Slide 7 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
  • Stoffelijke bijvoeglijk naamwoord 
  • Geeft aan van welk materiaal iest is gemaakt

Bijvoorbeeld:
Heb jij mijn gouden horloge gezien?
Volgens mij lag het op de houten tafel in de plastic schaal.

Slide 8 - Slide

Liyana heeft een mooie trui aan.
A
Liyana
B
Heeft
C
Mooie
D
Trui

Slide 9 - Quiz

Had je die donkere of lichte aan?
A
Had
B
Donkere
C
Lichte
D
Je

Slide 10 - Quiz

Het concert van de klas was prachtig.
A
Het concert
B
Was
C
De klas
D
Prachtig

Slide 11 - Quiz

Maken
  • Maak opdracht 2 of 3 in het boek
  • Maak de opdrachten op snappet 2 t/m 4

klaar?
Ga aan de slag met het werkpakket

Slide 12 - Slide