Geld: Sparen

Geld:
sparen, lenen & schulden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geld:
sparen, lenen & schulden

Slide 1 - Slide

De leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je vertellen wat sparen betekent.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen 2 redenen benoemen waarom mensen sparen.
- Aan het einde van de les kun je aangeven waar jij voor zou willen sparen.


Slide 2 - Slide

Waarom sparen mensen?
- Een dure aankoop

- Uit voorzorg

- Voor iets leuks


Slide 3 - Slide

wat weten jullie al over sparen, lenen & schulden?

Slide 4 - Mind map

Sparen
- Misschien krijg je van je ouders zakgeld of verdien je geld met een bijbaan. Dit geld geef je uit aan dingen die je nodig hebt.

- Soms hou je aan het einde van de week of maand geld over.

- Als je geld over houdt kun je dat  opzij zetten en gaan sparen.

- Dit kan je doen door het geld apart op een rekening te zetten of ergens te bewaren (bijvoorbeeld een spaarvarken).

- Sparen betekent dus geld bewaren voor later.

Slide 5 - Slide

waarom sparen mensen?
Wie kan een paar voorbeelden noemen?

Slide 6 - Slide

Wat betekent 'sparen'?
A
geld uitgeven aan dingen die nodig zijn
B
Geld bewaren voor later
C
In het rood staan
D
Een dure aankoop doen

Slide 7 - Quiz

'Je kan op verschillende manieren sparen.'
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Welke 3 redenen om te sparen zijn er?
A
om meteen geld uit te geven
B
Rente
C
Een dure aankoop
D
Uit voorzorg

Slide 9 - Quiz

'Je kan sparen door het op een spaarrekening te zetten.'
A
Onjuist
B
Juist

Slide 10 - Quiz

'Je krijgt tegenwoordig nog veel rente als je een spaarrekening hebt.'
A
Onjuist
B
Juist

Slide 11 - Quiz

Dylan zijn inkomen is 100 euro per maand. Dylan geeft per maand 75 euro uit. Kan Dylan sparen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Jordy zijn inkomen is elke maand 150 euro. Jordy geeft elke maand 150 euro uit. Kan Jordy sparen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Tim zijn inkomen is per maand 200 euro. Tim geeft elke maand 250 euro uit. Kan Tim sparen?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

En jullie?
- Zijn jullie aan het sparen voor iets?
- Zo ja, wat dan?
- Hoeveel spaar je per maand?
- Heb je een bijbaantje?

Slide 15 - Slide

Belangrijk om te onthouden!
- Sparen is geld bewaren voor later
- met als reden: voor een dure aankoop, uit voorzorg, of voor iets leuks.
- Rente is een vergoeding die je krijgt voor het bewaren van geld bij de bank

Slide 16 - Slide

Bespreken
- waar spaar je voor?
- Hoeveel geld heb je daarvoor nodig?
- Hoeveel kun je per maand sparen?
- Wanneer heb je genoeg gespaard?

Slide 17 - Slide