§15.4 Biobrandstoffen en Recycling

§15.4  biobrandstoffen en recycling
Deze lessonup over §15.4 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden.

Daarna ga je de methode §15.4 doornemen en opgaven maken en nakijken.


1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§15.4  biobrandstoffen en recycling
Deze lessonup over §15.4 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden.

Daarna ga je de methode §15.4 doornemen en opgaven maken en nakijken.


Slide 1 - Slide

§15.4

Gaat over biobrandstoffen en indirect over CO2-uitstoot en  opwarming van de aarde.

Verder wordt het hergebruik van stoffen kort behandeld.

Slide 2 - Slide

De begrippen die we tegen komen zijn:
Fossiele brandstoffen, biobrandstoffen 1e, 2e en 3e generatie,
CO2 - uitstoot, versterkt broeikaseffect

Recycling (hergebruik), circulaire samenleving, duurzaamheid , upcyclen.

Slide 3 - Slide

Fossiele brandstoffen
                                    Aardgas, aardolie en steenkool


Fossiele brandstoffen zijn in de loop van miljoenen jaren ontstaan uit de resten van planten en dieren.
CO2 destijds aanwezig in de atmosfeer werd vastgelegd door middel van fotosynthese in de biomassa van planten en consumenten.
Bij verbranding van fossiele brandstoffen komt dat "fossiele CO2" weer terug in de atmosfeer.

Slide 4 - Slide

versterkt broeikas effect
Door de aanwezigheid in de atmosfeer van extra CO2 en andere broeikasgassen ( door het verbranden van fossiele brandstoffen), vindt er een versterking plaats van het broeikaseffect met als gevolg de opwarmimng van de aarde.
Let op, het niet versterkte, dus het normale broeikaseffect is heel goed, want dit maakt het leefbaar op de aarde. Zonder zou teveel warmte terugstralen de ruimte in en zou het onleefbaar koud zijn.
infrarood = warmte

Slide 5 - Slide

Biobrandstoffen (biodiesel of bioalcohol) worden gemaakt van biomassa. Biomassa is de massa van organische stoffen of organismen.
Om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen wordt er onder andere gebruik gemaakt van biobrandstoffen.
Er zijn drie groepen biobrandstoffen:
1e generatie, 2e generatie en 3e generatie biobrandstoffen, die elk op een verschillende manier geproduceerd worden.

Slide 6 - Slide

1e generatie biobrandstoffen
De biomassa hiervoor gebruikt is rechtstreeks afkomstig van de hiervoor aangeplante suikerbieten, koolzaad, graan, soja of mais.

Nadeel is dat het ten koste gaat van voedsel productie op diezelfde landbouwgrond en duur is.
 

Slide 7 - Slide

2e generatie biobrandstoffen

Afval van biologische materiaal, zoals oneetbare voedselresten en restafval van de industrie worden gebruikt voor de productie van biobrandstoffen. Er wordt nu geen landbouwgrond gebruikt voor de productie van biomassa.



Slide 8 - Slide

3e generatie biobrandstoffen
In speciale tanks of bassins worden algen of zeewier gekweekt. Algen (en zeewier) hebben bladgroenkorrels en door fotosynthese vindt groei en vermenigvuldiging plaats. Nodig zijn CO2, water en mineralen.
De biomassa van deze algen wordt gebruikt voor de productie van biobrandstoffen.

Slide 9 - Slide

duurzaamheid
Duurzaamheid is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en  economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties. Het voorzien in onze eigen behoeften moet dus in evenwicht zijn met dat wat de aarde aankan.
Het recyclen van stoffen is een belangrijk proces om de aarde niet uit te putten.
Op dit moment wordt onder andere glas, papier, GFT, metaal, apparaten gerecycled

Slide 10 - Slide

Op de landbouw universiteit Wageningen wordt volop onderzoek gedaan naar kringloop landbouw. (geen toetsstof) De kringloop landbouw staat los van de productie van biomassa voor biobrandstoffen!

Slide 11 - Slide

In de kringloop landbouw wordt ons voedselafval gebruikt als veevoer. Nu worden gewassen gekweekt (mais) voor de productie van veevoer op vruchbare grond.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Vragen?

Dan direct contact opnemen met je docent.
geen vragen, dan §15.4 methode doornemen, opgaven maken en nakijken.

Slide 14 - Slide