Knippen theorie les 1 & les 2

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Knippen theorie les 1 & les 2

“Je kunt HET BESTE een borstel met een rechte spiegel gebruiken om het haar te ontwarren.”

1. Juist
2. Onjuist

Een knipkam bestaat uit een grof en een fijn gedeelte. Het grove gedeelte gebruik je om...

1. Het haar af te delen
2. De passés door te kammen

Welke schaar zie je op deze afbeelding

1. Kappersschaar
2. Effileerschaar
3. Coupeschaar
4. Channelschaar

“Bij een coupe met een drukke textuur zit er VEEL lengteverschil in het haar.”

1. Juist
2. Onjuist

Welke basisvorm knip je bij gelijke lengtes?

1. Vierkante vorm
2. Driehoekige vorm
3. Rechthoekige vorm
4. Ronde vorm

“De basislijn knip je daar waar je het KORTSTE punt in de coupe wilt hebben.”

1. Juist
2. Onjuist

Welk onderdeel van de schaar is omcirkeld?

1. Halve maantje
2. Ogen
3. Pinksteun

Welke scheiding moet je als TWEEDE trekken bij het maken van een viervaksafdeling?

1. Van het midden van het hoofd tot de kruin
2. Vanhet midden van het hoofd tot in de nek
3. Van het hoogste punt naar beide oren
4. Van oor tot oor over het achterhoofd heen

“Een scheiding mag je dwars door de kruin trekken.”

1. Juist
2. Onjuist

Welke afdeling zie je op de afbeelding?

1. Viervaksafdeling
2. Sterafdeling
3. Vijfbanenafdeling
4. Zesbanenafdeling

Einde quiz

De winnaar ontvangt een prijs!