• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

Verschillende verbanden

Verschillende verbanden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verschillende verbanden

Slide 1 - Slide

Na deze les kan je...
...rekenen met machtverbanden
... rekenen met wortelverbanden
... rekenen met exponentiele verbanden
... halveringstijd en verdubbelingstijd berekenen

Slide 2 - Slide

Machtsverbanden
7​4​​=7⋅7⋅7⋅7=2401
−7​4​​=−7⋅7⋅7⋅7=−2401
(−7)​4​​=−7⋅−7⋅−7⋅−7=2401
7​0​​=1

Slide 3 - Slide

Machtsverbanden
V=60×8​3​​=30720Watt
a
b
c

Slide 4 - Slide

Wortelverbanden
Grafiek loopt zoals op het plaatje 
Let op bij het invullen op je rekenmachine
√9 x 9 = 27
√(9x9) = 9


Slide 5 - Slide

reken uit
√25 + 24

Slide 6 - Open question

reken uit
√(25 + 24)

Slide 7 - Open question

Wortelverbanden
v=40×√​5​​​=89,442...≈89 km per uur
a
b
v=40×√​10​​​=126,491...≈126 km per uur
c
d
e
f

Slide 8 - Slide

Exponentieel verband 
De standaard formule voor een exponentieel verband:
Exponentieel verband gaat vaak over rente of zielige diertjes.
Let goed op hoe je moet afronden! 
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​

Slide 9 - Slide

Groeifactor uit een tabel
​2500​​3125​​=1,25
Als de toename exponentiëel is, is het getal onder iedere keer met dezelfde factor vermenigvuldigd. Als de delingen hetzelfde zijn, is de toename exponentiëel.
t
0
1
2
3
4
N
1280
1600
2000
2500
3125
​2000​​2500​​=1,25
​1600​​2000​​=1,25
​1280​​1600​​=1,25
Alle delingen zijn gelijk dus er is exponentiële toename

Slide 10 - Slide

Tabellen en groei
​2500​​3125​​=1,25
De formule die bij de tabel hoort is: 
t
0
1
2
3
4
aantal
1280
1600
2000
2500
3125
​2000​​2500​​=1,25
​1600​​2000​​=1,25
​1280​​1600​​=1,25
Aantal=1280⋅1,25​t​​
Beneden in de tabel

het getal onder de 0 in de tabel
de groeifactor (de deling van de getallen)
t=tijd in jaren

Slide 11 - Slide

Is er exponentiële groei?
t
0
1
2
3
N
50
60
72
86,4
t
0
1
2
3
N
8
12
16
20

Slide 12 - Slide

Is er exponentiele groei
​72​​86,4​​=1,2
t
0
1
2
3
N
50
60
72
86,4
N=50⋅1,2​t​​
t
0
1
2
3
N
8
12
16
20
​60​​72​​=1,2
​50​​60​​=1,2
dus exponentiële groei

Slide 13 - Slide

Is er exponentiele groei
​72​​86,4​​=1,2
t
0
1
2
3
N
50
60
72
86,4
N=50⋅1,2​t​​
t
0
1
2
3
N
8
12
16
20
​60​​72​​=1,2
​50​​60​​=1,2
​16​​20​​=1,25
​12​​16​​=1,333...
Geen exponentiële groei.

Slide 14 - Slide

Exponentieel verband  en %
De standaard formule voor een exponentieel verband:
Exponentieel verband gaat vaak over rente of zielige diertjes.
Let goed op hoe je moet afronden! 
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​

Slide 15 - Slide

Exponentieel verband  en %
De standaard formule voor een exponentieel verband:
Exponentieel verband gaat vaak over rente of zielige diertjes.
Let goed op hoe je moet afronden! 
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​

Slide 16 - Slide

Exponentiële formules
Je zet €453 op de bank, je krijgt 4% rente. 
Hoeveel heb je na 10 jaar?

 
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​

Slide 17 - Slide

Exponentiële formules
Je zet €453 op de bank, je krijgt 4% rente. 
Hoeveel heb je na 10 jaar?

begingetal = 453
groeifactor =
tijd = 10 

Na 10 jaar heb je €670,55 op je rekening staan. 
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​
​100​​(100+4)​​=1,04
uitkomst=453⋅1,04​10​​=670,550...
uitkomst=453⋅1,04​t​​
t= tijd in jaren

Slide 18 - Slide

Exponentiële formules
Er zijn nog 2250 panda's, ieder jaar neemt dat aantal met 6% af.
Hoeveel panda's zijn er nog na 15 jaar? 


uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​

Slide 19 - Slide

Exponentiële formules
Er zijn nog 2250 panda's, ieder jaar neemt dat aantal met 6% af.
Hoeveel panda's zijn er nog na 15 jaar? 

begingetal = 2250
groeifactor =
tijd = 15 

Na 15 jaar zijn er nog 889 panda's
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​
​100​​(100−6)​​=0,94
uitkomst=2250⋅0,94​15​​=889,406...
Er gaat er 6% af, je hebt dan na een jaar 94% over. 
Kijk goed waar de vraag over gaat, panda's moet je afronden op helen...
uitkomst=2250⋅0,94​t​​
t= tijd in jaren

Slide 20 - Slide


Het onkruid in je tuin neemt iedere week met 15% toe. 

Als je op vakantie gaat is            van je tuin bedekt met onkruid, hoeveel is dat na 6 weken vakantie? Rond af op 1 decimaal.




2m​2​​
Opdracht

Slide 21 - Slide


Het onkruid in je tuin neemt iedere week met 15% toe. 

Als je op vakantie gaat is            van
 je tuin bedekt met onkruid, hoeveel is dat na 6 weken vakantie?





begingetal = 2
groeifactor =






onkruid=2⋅1,15​t​​
2m​2​​
uitkomst=begingetal⋅groeifactor​tijd​​
​100​​(100+15)​​=1,15
Opdracht
t=tijd in weken
onkruid=2⋅1,15​6​​=4,626...
Dus na de vakantie is er ongeveer 4,6        onkruid in je tuin
m​2​​

Slide 22 - Slide

Max heeft €500 op zijn spaarrekening gezet. Hij krijgt 1,5 % rente per jaar.
wat is de groeifactor?

Slide 23 - Open question

Max heeft €500 op zijn spaarrekening gezet. Hij krijgt 1,5 % rente per jaar.
Hoeveel heeft hij na 20 jaar?

Slide 24 - Open question

Noem 1 ding wat je geleerd hebt in deze les

Slide 25 - Open question

Wat snap je nog niet zo goed aan deze les?

Slide 26 - Open question

More lessons like this

Verschillende verbanden

November 2017 - Lesson with 28 slides
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

Procenten

April 2018 - Lesson with 45 slides
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Procenten

April 2018 - Lesson with 30 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

1.7 exponentiele formules

January 2022 - Lesson with 14 slides
WiskundeMiddelbare school

H1.7 - Exponentiële formules

September 2023 - Lesson with 35 slides
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Exponentiele formule 2022

September 2022 - Lesson with 17 slides
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Exponentiele afname en procentuele toe- en afname

March 2024 - Lesson with 23 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

8.1 Exponentiële groei

January 2023 - Lesson with 37 slides
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings