Kritisch denken en betrouwbare informatie online

Kritisch denken en betrouwbare informatie online
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kritisch denken en betrouwbare informatie online

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Aan het eind van de les kunnen leerlingen kritisch denken over de informatie die ze online tegenkomen, begrijpen hoe algoritmes en filterbubbels de informatie beïnvloeden en weten hoe ze kunnen bijdragen aan een betrouwbare en inclusieve online omgeving.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen weten en kunnen doen.
Wat weet jij al over online informatie? Hoe weet je of het waar is?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is kritisch denken?
Kritisch denken betekent dat je informatie beoordeelt op betrouwbaarheid en juistheid voordat je besluit om het te geloven of te delen.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat kritisch denken is en waarom het belangrijk is voor het vinden van betrouwbare informatie online.
Hoe werken algoritmes?
Algoritmes zijn wiskundige formules die gebruikt worden om informatie te sorteren en te tonen op websites en apps.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat algoritmes zijn en hoe ze werken. Bespreek de voordelen en uitdagingen van het gebruik van algoritmes.
Wat zijn filterbubbels?
Filterbubbels zijn het gevolg van algoritmes die informatie tonen die aansluit bij de interesses en voorkeuren van de gebruiker, waardoor andere perspectieven uit beeld kunnen raken.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat filterbubbels zijn en hoe ze de informatievoorziening beïnvloeden. Bespreek de voordelen en uitdagingen van filterbubbels.
Hoe beoordeel je bronnen?
Om betrouwbare informatie te vinden, moet je bronnen beoordelen op betrouwbaarheid, juistheid en objectiviteit.

Slide 7 - Slide

Leg uit hoe je bronnen kunt beoordelen op betrouwbaarheid en juistheid. Bespreek het belang van objectiviteit.
Hoe herken je nepnieuws?
Nepnieuws is vaak sensationeel, onwaarschijnlijk en niet gebaseerd op feiten. Het kan ook bedoeld zijn om mensen te misleiden of te manipuleren.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat nepnieuws is en hoe je het kunt herkennen. Bespreek het belang van het controleren van bronnen en het verifiëren van informatie.
Hoe draag je bij aan een betrouwbare online omgeving?
Je kunt bijdragen aan een betrouwbare en inclusieve online omgeving door kritisch te denken en betrouwbare informatie te delen. Je kunt ook bewust omgaan met je online gedrag en anderen aanmoedigen om hetzelfde te doen.

Slide 9 - Slide

Beschrijf manieren waarop leerlingen kunnen bijdragen aan een betrouwbare en inclusieve online omgeving. Bespreek het belang van het delen van betrouwbare informatie en het bewust omgaan met online gedrag.
Wat heb je geleerd?
Je hebt geleerd hoe je kritisch kunt denken over online informatie, hoe algoritmes en filterbubbels de informatievoorziening beïnvloeden en hoe je kunt bijdragen aan een betrouwbare en inclusieve online omgeving.

Slide 10 - Slide

Vat samen wat de leerlingen hebben geleerd tijdens de les en moedig hen aan om hun nieuwe vaardigheden toe te passen in hun online activiteiten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.