Week 6 -> G2BOI

Week 6
www.lessonup.app


1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Week 6
www.lessonup.app


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel vormen van dementie zijn er?
A
3
B
5
C
10
D
> 50

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Meest voorkomende:
- Alzheimer 
- Vasculaire  dementie
- Lewy-body dementie
- Ziekte van Pick (FTD)
- Korsakov (neurocognitieve stoornis door middelen)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Krijgt iemand korsakov door:
A
Alcohol zelf
B
Slecht eetpatroon (groot tekort vit. B1)
C
combinatie vit. b1 tekort en alcohol
D
Te weinig vocht (zonder alcohol)

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Wat betekent afasie?
A
Moeilijk handelingen uit kunnen voeren
B
Taalstoornis
C
Kent functie gebruikersvoorwerp niet meer
D
Ernstige vergeetachtigheid

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Antwoorden

Afasie:  Taalstoornis, de oudere  heeft moeite met het vinden van het goede woord en begrijpt niet wat er gezegd wordt.

Apraxie: Verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren, zoals het betalen bij de kassa.

Agnosie: De zorgvrager kent de functie van gebruiksvoorwerpen niet meer. 

Geheugenstoornis: vele malen erger dan vergeetachtigheid. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dementie kent vier fases. Welke fase is de bedreigde ik (begeleidingsbehoeftige fase)
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Antwoorden:

Fase 1: bedreigde ik (begeleidingsfase)
Fase 2: verdwaalde ik (verzorgingsbehoeftige fase)
Fase 3: verborgen ik (verplegingsbehoeftige fase)
Fase 4: verzonken ik (ook verplegingsbehoeftige fase)

Slide 9 - Slide

Dementie = progressieve ziekt die verloopt in fases.
Verloop scheelt per vorm / persoon
1: licht dementerend, angst/onzekerheid/onveiligheid
2: matig , problemen communicatie, orientatie en geheugen
3: ernstig dementerend hulp dagelijkse verzorging, emoties gedrag
4: ernstig dementerend, nauwelijks contct buitenwereld, lichamelijke funcites achteruit
Welke benaderingswijzen voor iemand met dementie bestaan er?
(meer zijn goed, 1 kiezen)
A
Realiteits- en oriëntatie benadering (ROB)
B
SOAP
C
Validation
D
Snoezelen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Juiste antwoorden waren:


- Realiteits- oriëntatie benadering (fase 1, soms in 2)
- Validation (fase 2 en 3)
- Snoezelen (fase 4)


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Klinisch redeneren 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om zorg- situatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Klinisch redeneren =
- Doe je continue als verzorgende/verpleegkundige 
- Tijdens opname, tijdens zorg en in acute situaties
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 
- Meest bekende vorm van Marc Bakker (klinisch redeneren in 6 stappen)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

In welke fase pas je het redeneerhulp middel 'SOAP' toe denk je?
A
Fase 1 : oriëntatie situatie
B
Fase 3: aanvullende observaties/onderzoek
C
Fase 4: verpleegkundig beleid vaststellen
D
Fase 5: verloop monitoren / rapportage

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Verdiepen

- MEWS 
- SBAR 
- ABCDE

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les

Slide 19 - Slide

This item has no instructions