Formatieve vragen massa, volume, dichtheid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H2.3/2.4 Massa, volume en dichtheid

Doel

Ik kan:

• het volume en de massa van verschillende voorwerpen en stoffen berekenen of bepalen
• het verschil tussen massa en gewicht uitleggen
• uitleggen wat dichtheid is
• de dichtheid van een stof berekenen

Volume

Reken om

3 mL = ........ cm³

Reken om
870 ml = ……. L

Reken om

490 mL= .......dm3

Reken om

0,021 cm³ = ……. mm³

Bepaal het volume van het volgende voorwerp. Ga er van uit de afmetingen in cm zijn.

De eenheid van massa kan zijn...

1. Liter
2. Centimeter
3. Gram

Wat heeft meer massa (in normale toestand)?

1​​​​​m​3​​​​​​​veren​​​​​of​​​​​1​​​​​m​3​​​​​​​lood

1. De veren hebben de grootste massa.
2. Het lood heeft de grootste massa.
3. Beiden hebben een even grote massa.
4. Weet ik niet.

Massa bepaal je met een

1. liniaal
2. geodriehoek
3. weegschaal
4. maatcilinder

Welk symbool hoort bij massa ?

1. M
2. N
3. m
4. G

Het symbool van volume is

1. V
2. L
3. v
4. dm3

Wat is een ander woord voor volume?

1. oppervlakte
2. maat
3. inhoud
4. grootte

beginstand: 15 mL
eindstand: 24 mL
Volume?

1. 10 cm3
2. 14 cm3
3. 9 cm3
4. 11 cm3

Wat is de eenheid van dichtheid?

1. N/m²
2. kg/m³
3. g/cm³
4. m/s

Wat is de formule voor dichtheid?

1. Volume x Massa
2. Gewicht / Massa
3. Massa / Volume
4. Lengte x Breedte x Hoogte

Een voorwerp heeft een massa van 50 gram en een volume van 25 cm³. Wat is de dichtheid van het object?

1. 1 g/cm³
2. 2 g/cm³
3. 3 g/cm³
4. 0.5 g/cm³