Les 5 A2



Hoe gaat het met je?
 Check in
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Hoe gaat het met je?
 Check in

Slide 1 - Slide

Les 5 : Nederland
1.  Dictee over Nederland
2. Spreekoefening Nederland
3. Opdracht topografie Nederland
4. Grammatica: zinnen afmaken
5. Nieuwe woorden + oefening
6. Spreekoefening je kwaliteiten
7. Tijd over? Stukje lezen
volgende les: grammatica om.. te en kunst

Slide 2 - Slide

Spreekoefening: Lekker Hollands
1. Wat valt je op aan Nederland?
2. Wat is hetzelfde als in je eigen land?
3. Wat zou je het liefste willen van deze afbeelding?
4. Wat zou je absoluut niet willen van deze afbeelding?

Slide 3 - Slide

Weet jij al enkele provincies te noemen ? Schrijf ze maar op!

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Weet je misschien ook al een aantal hoofdsteden te noemen? schrijf ze maar op hieronder!

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

In welke provincie ligt Haarlem
A
Noord - Holland
B
Zuid - Holland
C
Utrecht
D
Drente

Slide 8 - Quiz

In welke provincie ligt Maastricht?
A
Noord - Brabant
B
Friesland
C
Limburg
D
Overijssel

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Link

Nieuwe woorden + oefening
fantastisch
gefeliciteerd
geluk
eruitzien
huur
licht
meter
modern
ruim
verhuizen
vierkant

Slide 11 - Slide

Invuloefening
1. We hebben eindelijk een nieuw huis gevonden en volgende maand gaan we __________ naar een ruimere woning.
2. Wat een __________ prestatie! Je hebt de marathon uitgelopen in een geweldige tijd.
3. Hij had veel __________ bij de loterij en won een grote prijs.
4. Mijn collega is vader geworden. Ik heb hem meteen __________ .
5. Dit kantoor is erg __________ ingericht, met strakke meubels en veel lichtinval.

Slide 12 - Slide

Spreekoefening: Kwaliteiten
Vriendelijk
Hardwerkend
Slim
Creatief
Geduldig
Sportief
Zorgzaam
Grappig

“Wat is jouw belangrijkste kwaliteit?”

 bijvoorbeeld:
“Mijn belangrijkste kwaliteit is geduldig.”

Slide 13 - Slide

Spreekoefening: "Eens of oneens?"
Stelling: "Dieren horen niet in een dierentuin, maar in de natuur."

  1. Geef minstens twee argumenten om je mening te ondersteunen.
  2. Gebruik verbindingswoorden zoals "want", "omdat", "maar", "daarom".
  3. Probeer minimaal 5 zinnen te zeggen.

Slide 14 - Slide

Spreekoefening: "Eens of oneens?"
Stelling: "Kinderen zouden minder tijd op een scherm moeten doorbrengen."

  1. Geef minstens twee argumenten om je mening te ondersteunen.
  2. Gebruik verbindingswoorden zoals "want", "omdat", "maar", "daarom".
  3. Probeer minimaal 5 zinnen te zeggen.

Slide 15 - Slide

Spreekoefening: "Eens of oneens?"
"Er zouden meer vrouwen in leidinggevende functies moeten werken."

  1. Geef minstens twee argumenten om je mening te ondersteunen.
  2. Gebruik verbindingswoorden zoals "want", "omdat", "maar", "daarom".
  3. Probeer minimaal 5 zinnen te zeggen.

Slide 16 - Slide

leerdoelen
✅ Jij kan meubels benoemen en herhalen.
✅ Jij kan een korte spreekoefening doen over Nederland.
✅ Jij leert de topografie van Nederland door een opdracht te maken.
✅ Jij kan zinnen afmaken met de juiste grammaticale structuren.
✅ Jij leert nieuwe woorden en oefent hiermee.
✅ Jij kan een spreekoefening doen over jouw kwaliteiten.

Slide 17 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link