Can, can't and the time

Welcome to English class
1. Sit down
2. Grab your book and laptop
3. Open book on page 159 and start lessonup.app on your laptop
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome to English class
1. Sit down
2. Grab your book and laptop
3. Open book on page 159 and start lessonup.app on your laptop

Slide 1 - Slide

Grammar: can and can't
Can is een hulpwerkwoord. 
I can = ik kan
You can = jij kan/kunt
We can = wij kunnen
Je gebruikt het om te zeggen dat je iets kunt.
I can jump over that fence.
Chris can tell you what to do.





Slide 2 - Slide

Grammar: can and can't
Gebruik:
-  Can staat altijd vooraan bij vragen.
- Ontkennend maken (dus je kunt iets niet) dan wordt het cannot (voluit geschreven) of can't (verkorte vorm)

Can I help you?
We can't help.

Slide 3 - Slide

Grammar: the time
Over het hele uur = past
Vóór het hele uur = to
Op het hele uur = o'clock
Om drie uur = at three o'clock

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

The time: am/pm
Tijdstip tussen middernacht en 12 uur 's middags = am 
--> 7 am = 7 uur 's ochtends

Tijdstip tussen 12 uur 's middags en middernacht = pm
--> 5:15 pm = kwart over vijf 's middags

* je gebruikt am en pm vooral als je schrijft.

Slide 6 - Slide

What time is it?
A
It's quarter past five
B
It's quarter to five

Slide 7 - Quiz

What time is it?
A
It's half past one
B
It's half to two

Slide 8 - Quiz

What time is it?
A
It's quarter past two
B
It's quarter to two

Slide 9 - Quiz

Work work work
Do exercises 7 + 8.                         Done? WRTS 2.1 t/m 2.3

Homework Tuesday 29 November (B1HV1) Wednesday 30 November (B1HV2):
- Finish exercises 7 + 8
- Learn: grammar can/can’t + the time + vocab 2.3

Slide 10 - Slide