Par. 3.3 Hoofdgedachte en klassikaal opdrachten maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Nederlands Lezen
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Terugblik
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

Welkom!

Telefoon in de bak.

Neem plaats.

Jas uit.

Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 

Tas op de grond.

Niet eten of drinken in de klas.

Presentie!

Toets 

Woendag 16 april 2025

Par. 3.3 + 3.5

Lesdoel(en)

Aan het einde van deze les kan je:

• zowel de hoofdgedachte van een informerende tekst als de hoofdgedachte van een betoog vinden en opschrijven door de juiste stappen te volgen 

Vandaag

Wat: Par. 3.3

Wanneer: 12:40-14:20

Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken

Klaar: Par. 3.3 opdrachten maken

HW: Par. 3.3 opdrachten maken

Lesdoel: Zie vorige slide!

Taaldoel: Hoofdgedachte

Hoofdgedachte

Wat kun je nog herinneren van de hoofdgedachte?

Herhaling hoofdgedachte

Verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte?

Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst?

Waar vind je de hoofdgedachte in een tekst?

Onderwerp

• Waar de tekst over gaat.
• Eén of een paar woord(en)
•  Titel, inleiding, tussenkopjes
  (deelonderwerpen)

Hoofdgedachte

• Het belangrijkste wat de schrijver denkt over het onderwerp.
• Altijd één zin
• Titel, inleiding en slot

Hoe en waar vind je de hoofdgedachte?

1. Lees de titel, inleiding en het slot van de tekst.

2. Je stelt jezelf de volgende vraag: 

Wat wordt er in deze tekst verteld over het 'onderwerp'?

Belangrijkste informatie over het onderwerp is: de hoofdgedachte

3. Schrijf in één zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt.

De hoofdgedachte in een betoog

De hoofdgedachte in een betoog is de mening over het onderwerp.

Mening over het onderwerp vind je terug in de:

Inleiding

Slot (samenvatting)

Lestaak

Wat: Oefenen met de hoofdgedachte 

(opdrachten 13 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 25  maken)

Hoe: Zelfstandig werken

Hulp: Leertekst par. 3.3

Tijd: 30 minuten

Uitkomst: klassikaal bespreken

Eerder klaar: Meld je aan bij de docent!

Wat is de hoofgedachte?

1. Belangrijkste informatie wat de schrijver met de tekst over het onderwerp wil zeggen.
2. Dat waar de tekst over gaat.
3. Datgene wat de schrijver wil bereiken met de tekst.
4. Het belangrijkste wat er in de tekst gezegd wordt.

Wat is de hoofgedachte van de tekst?

1. Verkoop van dolfijnen moet verboden worden
2. Er zijn 8 dolfijnen in het Dolfinarium Harderwijk
3. Welzijnsorganisaties doen een oproep
4. China wil dolfijnen kopen

Wat is de EERSTE stap bij het vinden van de hoofgedachte?

1. Je bepaalt het onderwerp van de tekst
2. Leest inleiding, slot en de titel
3. Schrijf in een zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt

Waar in de tekst staat de hoofgedachte?

1. Meestal in de inleiding of het slot.
2. Een tekst heeft geen hoofdgedachte.
3. In het middenstuk.
4. Geen enkel antwoord is goed.