communiceren met anderstaligen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Verschil in taal  Communicatie periode 3

Inhoud les

-  Communicatie met anderstaligen

-Taalproblemen door anderstaligheid

-Meertalig opgroeien/opvoeden

Effectieve communicatie

Als je met elkaar praat en elkaar begrijpt. De boodschap komt goed over.

Zoek op in het boek welke 4 voorwaarden belangrijk zijn voor effectief communiceren

Intercultureel communiceren

- Elk cultuur eigen manier van communiceren

- Elke taal is anders maar ook expressie

Welke kinderen op jouw stage zijn anderstalig.

Ruis

Als je geen rekening houdt met culturele achtergrond van iemand kan er ruis ontstaan, ruzie of conflict

Taalproblemen door anderstaligheid

• Anderstaligen zijn mensen die een andere taal spreken 
• Hoe kan je communiceren met deze mensen?

1. Non-verbale communicatie
2. Visuele hulpmiddelen
3. Inzet van een tolk

Taal

- Je eerste taal is de moedertaal

- Je moet elkaars taal kunnen verstaan

- Maak gebruik van hulpmiddelen

Welke hulpmiddelen kan je gebruiken om elkaar te kunnen verstaan?

Taalafspraken

• Welke talen worden gesproken op jouw stageplek
• Wat merk je hiervan 
• welke afspraken zijn hierover gemaakt

Wat kun je afspreken over het gebruik van de verschillende talen

Meertalig opgroeien

Voordelen als je meertalig bent

• Taalkundig
• Sociaal-emotioneel en maatschappelijk
  
• Cognitief
  

Hoe leert een kind een tweede taal

• Minderheidstaal meer aanbieden 
• Consequent taalgebruik

Hoe informeer je anderstalige ouders over een paasontbijt op school?

In welke situatie zullen kinderen die tweetalig opgroeien de meeste kans hebben om de talen goed te leren

1. Wanneer beide ouders twee talen door elkaar spreken .
2. Wanneer beide ouders consequent hun eigen taal tegen het kind spreken.

Bespreek in tweetallen welke activiteit je kunt aanbieden om de taalontwikkeling te stimuleren

Moet je taalfouten bij jonge kinderen corrigeren?

1. Ja, meteen zeggen dat het fout is
2. Nee, dat komt later wel
3. Ja, door (positief)te herhalen in de juiste zinsopbouw
4. Vooral niet op reageren