Les 54 - Grammatica - Meewerkend voorwerp

Les 54 - Grammatica - Meewerkend voorwerp
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 54 - Grammatica - Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (10 min)
  • uitleg §9 meewerkend voorwerp
  • Zelfstandig werken
timer
10:00

Slide 2 - Slide

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- het meewerkend voorwerp vinden in een zin.
- het meewerkend voorwerp herkennen en benoemen in een zin.



Slide 3 - Slide

Wat weet je al?
Wat kan je achter deze zinnen zetten?

Ik geef bloemen ...

Ik doneer geld ...

timer
0:30

Slide 4 - Slide

Grammatica
Het meewerkend voorwerp

Slide 5 - Slide

Zinsdelen tot nu toe
  • Persoonsvorm
  • Zinsdelen
  • Onderwerp
  • Werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde
  • Lijdend voorwerp (alleen bij een werkwoordelijk gezegde)
  • Meewerkend voorwerp (nieuw!)


Slide 6 - Slide

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp komt voor in zinnen waarin iemand iets 'vertelt' (uitleggen, zeggen, enzovoort) of 'geeft' (lenen, sturen, overhandigen, enzovoort).


Tip!
Bij het meewerkend voorwerp moet je de woorden 'aan' of 'voor' toe kunnen voegen of weg kunnen laten.

Slide 7 - Slide

Voorbeeldzinnen
Meewerkend voorwerp?

Ik geef de bloemen aan mijn oom.

Vorig jaar had mijn docent ons een gedicht voorgedragen.

Zulke schoenen van Gucci zijn voor mij veel te duur.

Slide 8 - Slide

Voorbeeldzinnen
Meewerkend voorwerp?

Ik geef de bloemen aan mijn oom.

Vorig jaar had mijn docent ons een gedicht voorgedragen.

Zulke schoenen van Gucci zijn voor mij veel te duur.

Slide 9 - Slide

Voorbeeldzinnen
Meewerkend voorwerp?

Ik geef de bloemen aan mijn oom.

Vorig jaar had mijn docent ons een gedicht voorgedragen.

Zulke schoenen van Gucci zijn voor mij veel te duur.

Slide 10 - Slide

Voorbeeldzinnen
Meewerkend voorwerp?

Ik geef de bloemen aan mijn oom.

Vorig jaar had mijn docent ons een gedicht voorgedragen.

Zulke schoenen van Gucci zijn voor mij veel te duur.

Slide 11 - Slide

Het meewerkend voorwerp 
Geeft aan voor wie iets bestemd is 
1. Noteer het onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp. 
2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 
3. Controleer of je aan (voor) kunt weglaten of toevoegen. 

Slide 12 - Slide

Zelf oefenen 1va
Cursus 5 grammatica §7 Naamwoordelijk gezegde
Wat:  Maak van §7 opdracht 2, 3 en 4 van p. 216-217.
Hoe:  Individueel 
Hulp: Nieuw Nederlands, buur, docent.
Tijd:  20 min.
Uitkomst: Geoefend met het naamwoordelijk gezegde.
Klaar?
Ben je klaar lezen in je leesboek of huiswerk 
timer
20:00
Extra uitdaging? 
Maak opdracht 5 p. 217

Slide 13 - Slide

Zelf oefenen 1vhtb
Cursus 5 grammatica §9 Meewerkend voorwerp
Wat:  Maak opdr. 1, 3 en 4 van p. 220-221.
Hoe:  Individueel 
Hulp: Nieuw Nederlands, buur, docent.
Tijd:  15 min.
Uitkomst: Geoefend met het meewerkend voorwerp.
Klaar?
Ben je klaar lezen in je leesboek of huiswerk 
timer
15:00
Extra: Schrijf twee zinnen met een MV.

Slide 14 - Slide

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- het meewerkend voorwerp vinden in een zin.
- het meewerkend voorwerp herkennen en benoemen in een zin.



Slide 15 - Slide

Fijne dag!
Ruim rustig op en blijf rustig zitten tot de bel gaat.

Slide 16 - Slide