Arm en Rijk nieuw hoofdstuk klas 1A

Introductie hoofdstuk 5 Arm en Rijk
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Introductie hoofdstuk 5 Arm en Rijk

Slide 1 - Slide

Is ontwikkelingshulp wel zo als wij denken dat het is? Hoe kijken critici in deze ontwikkelingslanden zelf naar de hulp? Wat zou nou een reden kunnen zijn waarom zij hier zo sceptisch over zijn?
Nieuw hoofdstuk!
Thema is arm en rijk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen hoofdstuk
- verschillende groepen waarin we landen kunnen onderverdelen 
- economische ontwikkeling, drie sectoren, import en export
- Hoe meet je nou de ontwikkeling van een land? En hoe betrouwbaar zijn al deze cijfers?
- informele en formele sector 
- ontwikkelingshulp ( zie openings slide)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bedenk 10 woorden als je denkt aan arm en rijk
Arm en rijk

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Pittige uitdagende vraag voor degene die zich thuis aan het vervelen zijn:

Geef een verklaring waarom het Coronavirus (begonnen in Wuhan China) zich veel sneller heeft verspreid in en naar het westen en delen van Azië en veel minder in en naar Afrikaanse landen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Drie groepen landen 
1. Centrum landen 
Hieronder valt Europa, Noord-Amerika, Canada, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Korea, Teiwan 
2. Semi-Perifere landen 
Hieronder vallen onder andere Zuid-Amerika, Grote delen van Azië, Rusland, Noord- Afrika, delen van het Midden-Oosten
3. Perifere landen 
Hieronder vallen vooral landen in Afrika

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zal deze foto genomen zijn in een centrum, perifeer of semi-perifeer land?
A
Centrum
B
Semi-perifeer
C
Perifeer

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Perifere landen 
-Perifere landen worden ook wel ontwikkelingslanden genoemd.
-Groot deel van de bevolking is zelfvoorzienend 
-Vaak veel corruptie ( misbruik van zijn of haar machtspositie)
-Kleine groep rijke belangrijke mensen 
-Grondstoffen  en landbouwproducten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Semi-periferie
- Landen die nog niet onder centrum vallen maar ook geen periferie meer zijn
- Maken snelle groei door
- Vooral de industrie groeit er snel
- Bevolking redelijk goed opgeleid. 
- Grote verschillen tussen arm en rijk 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Centrum landen 
- Centrumlanden bepalen behoefte
- Perifere landen in dienst van de centrum landen 
- Hoogopgeleide mensen 
- Meeste mensen goed inkomen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verschillende schaalniveaus
- We hebben nu vooral gekeken op mondiaal niveau. 
- Je kan eigenlijk op elk schaalniveau een indeling maken in centrum en periferie!
- Hierbij gaat het erom dat de periferie als het ware onderschikt is aan het centrum en grondstoffen/landbouwproducten levert.

- Zie volgende slide voor de verschillende schaalniveaus

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ook Nederland kan je onderverdelen in het centrum en de periferie. Geef aan welk deel van NL onder centrum valt en welke onder periferie.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Zelfs binnen een stad kan je onderscheid maken tussen het centrum en de periferie.
Welk deel van Amsterdam zou je als centrum aanduiden?
A: De Zuidas     B: De Bijlmer     C: De Dam 
A
B
C

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke van de vorige 3 afbeeldingen (de wereldkaarten) zegt iets over de ontwikkeling van een land?
A
Afbeelding 1: Kindersterfte
B
Afbeelding 1: Kindersterfte en 2: Analfabetisme
C
Afbeelding 2: Analfabetisme en 3: Landstalen
D
Afbeelding 3: Landstalen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom hebben Engelstalige landen een voordeel om zich te ontwikkelen?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

leerdoelen
1. Je weet de verschillen tussen centrum, periferie en semi-periferie en kan dit ook uitleggen.
2. Je kan op verschillende schaalniveaus een verdeling maken tussen centrum en periferie.
3. Je kan minimaal 2 kenmerken noemen van elk van deze groepen dus centrum, perifeer en semi-perifeer.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
1. Centrum: Land of gebied met meeste rijkdom/macht
   Periferie:  Arm land of gebied, minder ontwikkeld, afhankelijk van centrum.
   Semi-Periferie: Land of gebied met kenmerken van centrumland en periferieland.
2. Mondiaal: WERELD: Afrika-periferie.     Europa en Noord-Amerika Centrum
    Continentaal:  AFRIKA: Zuid-Afrika centrum en Somalie periferie
     Nationaal: Nederland centrum en India periferie
     Regionaal: Randstad centrum en Twente (semi) periferie
     Lokaal: Huizen:  wijk sijsjesberg centrum  en wijk oostermeent oost semi periferie
3. Centrum: Hoog inkomen, veel hoopgopgeleide , goed onderwijs, veel voorzieningen
     Periferie: Laag inkomen, zelfvoorzienend, export grondstoffen. veel laagopgeleiden
     Semi-periferie: Mix van hierboven genoemde

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Maken: 
MH: 1, 2, 3, 5 en 6 
HV: 1 2, 4, 5, 6 en 7

Gebruik bij de altas vragen de foto's op de volgende twee slides!
Succes en laat graag even weten als jullie feedback punten hebben over deze online les.  Was de uitleg duidelijk? Is dit een fijne manier van uitleg? Vind je dit helemaal niets en heb je andere ideeën? enzovoort

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions