Presenteren 2526

Presenteren kun je leren


Gebruik van non- verbaal gedrag.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Presenteren kun je leren


Gebruik van non- verbaal gedrag.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen/leren?
A. Omgaan met spanning
B. Vormgeving presentatie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

A.Omgaan met spanning
  • De voorbereiding is heel belangrijk. Als je niet voorbereid   bent, zegt je lichaam: 'Idioot, wat doe je?'.
  • Denk positief. Overdrijf het belang van je   spreekbeurt/presentatie niet.
  • Besef dat de andere leerlingen heel vaak je zenuwen niet    merken. Je voelt zelf alles, maar je publiek zit veel verder van je af en heeft je zenuwen vaak niet in de gaten.

Slide 4 - Slide

1. Voorbeelden van wat er fout kan gaan

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Woordweb
Wat ging er niet goed bij deze presentaties?


Slide 8 - Slide

2. Waar komt de stress vandaan?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

3. gedachten en gevoelens

Slide 11 - Slide

G-schema negatief
Verwachting  (Ik ben perfect)
situatie(Ik krijg tijdens de feedback een kritische opmerkingen over ….)
gedachte (Ik had beter mijn best moeten doen, ik ben niet goed genoeg> 
gevoel (verdrietig/boos/onzeker) > 
gedrag (piekeren/stress) > gedachte enz. enz.

Slide 12 - Slide

G-schema positief
Verwachting  (Ik ben niet perfect)
situatie(Ik krijg tijdens de feedback zowel tips en tops ….)
gedachte (Ik kan wel wat met de tips en de tops)> 
gevoel (tevreden en handig om te weten wat ik nog kan leren ) > 
gedrag (blij en in actie om verder te leren) > gedachte enz. enz.

Slide 13 - Slide

Vul deze nu eens voor jezelf in
1x hoe je het tot nu toe ervaart en 1x hoe je zou willen dat je het ervaart.
Verwachting  ()
situatie()
gedachte ()> 
gevoel () > 
gedrag () > gedachte enz. enz.

Slide 14 - Slide

4. Wat gaat me helpen?
- houding
- affirmaties
- visualisaties
- ademhaling
- kom in de juiste staat (modus/mood)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

B. Vormgeving presentatie
STAART

      
       KOP


ROMP

Slide 20 - Slide

kop - romp - staart
kop: vertel wat je gaat vertellen

romp: vertel je eigenlijke verhaal

staart: vat samen wat je verteld hebt

Slide 21 - Slide

KOP
De kop moet de aandacht trekken.

  • Start met een ijsbreker (goede binnenkomer)
  • Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
  • Welke punten wil je behandelen?
  • Mag het publiek tussendoor vragen stellen of alleen naderhand?

Slide 22 - Slide

ROMP
Je eigenlijke verhaal.

  • Gebruik voorbeelden, dat brengt je verhaal tot leven.
  • Stel af en toe een vraag aan het publiek, vinden ze leuk.

Slide 23 - Slide

STAART
Dit is wat het publiek onthoudt.

Je 'uitsmijter'.

Slide 24 - Slide

Belangrijke inhoudelijke elementen

Slide 25 - Slide

1
Bepaal je onderwerp en baken het af. Focus op één aspect van het onderwerp. Als je alles uitgebreid vertelt, onthoudt niemand iets.

Slide 26 - Slide

2
Bedenk wat jij hebt met het onderwerp. Waarom kies je dit onderwerp? Vertel dat.

Slide 27 - Slide

3
Oefen je presentatie. Spreek het hardop uit voor klasgenoten/familie. Zo word je helemaal vertrouwd met de zinnen die je uitspreekt. Goede acteurs en actrices spelen avond aan avond hetzelfde. Neem daar een voorbeeld aan. Het geeft je zelfvertrouwen.

Slide 28 - Slide

4
Wie is je publiek? Wat willen zij horen over het onderwerp? Waar zijn zij nieuwsgierig naar? Verplaats je in hun schoenen.

Slide 29 - Slide

5
Bedenk wat je mee kunt nemen om te laten zien. Wil je het smartboard gebruiken? Misschien wil je wel iets tekenen. Bedenk hoe je je presentatie zo boeiend mogelijk kunt maken. Hierdoor maak je het levendig.

Slide 30 - Slide

6
Wees voorbereid over vragen die het publiek kan stellen.

Slide 31 - Slide