les 5 8.5

les 5 8.5
1 / 27
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

les 5 8.5

Slide 1 - Slide

leerdoelen vorige les
8.3
  • Ik weet wat overstaande hoeken zijn.
8.4
  • Ik weet wat schuifsymmetrie is en kan dit toepassen bij evenwijdige lijnen.
  • Ik kan een vlakvulling maken met vlakke figuren.

Slide 2 - Slide

overstaande hoeken
hoek S=
hoek S2 =

Slide 3 - Slide

overstaande hoeken
hoek P12 =
hoek P3 =

Slide 4 - Slide

Een hoek van 180 graden is een...
A
Rechte hoek
B
Gestrekte hoek
C
Volle hoek
D
Overstaande hoek

Slide 5 - Quiz

Hoek P1 en P2 zijn...
A
Gestrekte hoek
B
Overstaande hoeken

Slide 6 - Quiz

Wat is de overstaande hoek van hoek A2?

A
Hoek A145
B
Hoek A45
C
Hoek A15
D
Hoek A345

Slide 7 - Quiz

wat is de overstaande hoek van
A12
A
A56
B
A4
C
A45
D
A5

Slide 8 - Quiz

schuifsymmetrie
motief
patroon

Slide 9 - Slide

Schuifsymmetrie

Slide 10 - Slide

maak een foto van huiswerkopdracht 45 uit je werkboek

Slide 11 - Open question

maak een foto van huiswerkopdracht 65 uit je werkboek

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

leerdoelen
  • Ik kan hoeken berekenen in een gelijkbenige driehoek door eerst een schets te maken.
  • Ik kan hoeken berekenen door gebruik te maken van de regel 'gestrekte hoek'. 

Slide 14 - Slide

gelijkbenige driehoek
hoe groot is hoek Q?
hoe groot is hoek R?

Slide 15 - Slide

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.


Slide 16 - Slide

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:
Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.


Slide 17 - Slide

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:
Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.


Slide 18 - Slide

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:
Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.
hoek C = hoek B (lijnsymmetrie, basishoeken)
hoek A = 180 - 75 - 75 = 30 graden (hoekensom driehoek)


Slide 19 - Slide

Welke hoek is de tophoek?
A
Â
B
Ô
C
Ê
D
geen van allen

Slide 20 - Quiz


In een gelijkbenige driehoek is de tophoek 30 graden. Hoe groot is de basishoek?
A
180 - 30 = 150
B
(180-30) : 2= 75
C
180 - 30 - 30 = 120
D
(180 -30 -30) : 2 = 60

Slide 21 - Quiz

In een gelijkbenige driehoek ABC is de tophoek C 80 graden. Hoe groot zijn de basishoeken A en B?
A
∠ A = 80 graden ∠ B = 80 graden
B
∠ A = 40 graden ∠ B = 40 graden
C
∠ A = 45 graden ∠ B = 45 graden
D
∠ A = 50 graden ∠ B = 50 graden

Slide 22 - Quiz

Een basishoek van een gelijkbenige driehoek is 25 graden. Hoeveel graden is de tophoek?
A
130 graden
B
50 graden
C
25 graden
D
155 graden

Slide 23 - Quiz

gestrekte hoek

Slide 24 - Slide

bereken alle hoeken (80)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

zelfstandig werken

maak nu opdracht 75 tot en met 85 van 8.5

kijk alles zorgvuldig na, verbeter waar nodig en plaats foto's in mijnschrift, gebruik een tag


timer
25:00

Slide 27 - Slide