1. Lichtbreking deel 1 SCHN

1. Lichtbreking deel 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1. Lichtbreking deel 1

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

0

Slide 3 - Video

Voorbeelden lichtbreking
1
2
3
4
5

Slide 4 - Slide

Lichtbreking
1

Slide 5 - Slide

Simulatie
Breking
Totale terugkaatsing
Regenboog

Slide 6 - Slide

Simulatie
Inleiding
Opdracht
1.
Zet de lichtstraal schuin. 

2. Zet de gradenboog zo goed mogelijk neer.
De zwarte markering midden onder precies waar de straal het grensvlak raakt.
Het grensvlak tussen lucht en glas precies bij de 90° lijn (zie groene cirkels links en rechts). 
Je kunt controleren of hij goed ligt als de hoek van inval (linksboven) en de hoek van terugkaatsing (rechtsboven) even groot zijn.

3. Stel je opgegeven hoek van inval (i) in. Meet de hoek van terugkaatsing (t) en de hoek van breking (r). Meet ook het percentage licht van de teruggekaatste en gebroken straal. 

Je kunt hier je resultaten inleveren.
1.
2.
3.
In dit voorbeeld 3.:
i = 45°, t = 45° en 11 %
r = 25° en 89 %,  
i        t

        
     r
i        t

        
     r

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Voorbeeld
Een lichtstraal heeft 
de hoek van inval is 50°
de hoek van breking is 30°

Teken dit voorbeeld

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Lichtbreking van lucht naar een stof
met het grensvlak
n1 is kleiner dan n2

Slide 11 - Slide

Lichtbreking van een stof naar lucht
n1 is groter dan n2

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 1: lichtbreking tekenen
1
2
3
4
5
6

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 2: lichtbreking tekenenV
1
2
3
4

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 3: lichtbreking tekenen
1
2
3
4

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 4: lichtbreking tekenen
1
2
3
4

Slide 16 - Slide

Samenvattend
Lichtstralen breken wanneer ze van de ene naar de andere stof gaan.

Dit moet op een nette manier getekend worden.

Je tekent altijd een stippellijn loodrecht op het grensvlak (de scheiding tussen de 2 stoffen). 
Deze stippellijn noem je de normaal

De hoek van inval is de hoek tussen de normaal en de lichtstraal in de 1e stof. Hierbij schrijf je i

De hoek van breking is de hoek tussen de normaal en de lichtstraal in de 2e stof. Hierbij schrijf je r

Slide 17 - Slide

Samenvattend
Het licht gaat van een 'lichte' stof naar een 'zware' stof:
hoek van inval > hoek van breking
Het licht gaat van een 'zware' stof naar een 'lichte' stof:
hoek van inval < hoek van breking
Van licht naar zwaar breekt de straal 'naar de normaal toe'.
Andersom breekt de straal 'van de normaal af'.

Slide 18 - Slide

Samenvattend
Wanneer een lichtstraal loodrecht op een oppervlak valt is er geen breking (de lichtstraal verandert niet van richting)

Slide 19 - Slide

Verwerkingsopgaven 1. Lichtbreking deel 1


Uitwerkingen  (getallenantwoorden na de opgaven)
Werkbladen (je krijgt éénmalig een geprinte versie) 

Slide 20 - Slide

Verwerkingsopgaven 1. Lichtbreking deel 1


Slide 21 - Slide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 22 - Slide

Hoek van inval

Hoek van breking

Hoek van terugkaatsing

Normaal

Grensvlak 
Sleep de juiste symbolenaar de juiste plek.
Er geldt hier
breking...
i
r
n
t
... van de normaal af.
... naar de normaal toe.
gv

Slide 23 - Drag question

1.1
Je laat een lichtstraal onder een hoek op een perspex blokje vallen zoals hiernaast weergegeven. Neem de figuur (niet het grijze gedeelte) over in je schrift (gebruik ruitjes!) 
De lichtstraal komt van 2 hokjes/cm verticaal en 3 hokjes/cm horizontaal.
 


a. Teken de normaal op de plek waar de lichtstraal het blokje raakt. 
b. Meet de hoek van de invallende lichtstraal op.
c. Teken de teruggekaatste lichtstraal met dezelfde hoek.
d. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 33°, totdat hij de onderrand van het blokje raakt.
e. Teken op deze plek weer een normaal.
f. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 56°.

Deze lichtstraal gaat (ongeveer) door één van de roosterpunten a t/m i. 
g. Door welk roosterpunt gaat jouw lichtstraal het best?






Slide 24 - Slide

Lever hier een foto van je vorige opdracht in.

Slide 25 - Open question

1.1
Je laat een lichtstraal onder een hoek op een perspex blokje vallen zoals hiernaast weergegeven. Neem de figuur (niet het grijze gedeelte) over in je schrift (gebruik ruitjes!) 
De lichtstraal komt van 2 hokjes/cm verticaal en 3 hokjes/cm horizontaal.
 


a. Teken de normaal op de plek waar de lichtstraal het blokje raakt. 
b. Meet de hoek van de invallende lichtstraal op. 56°
c. Teken de teruggekaatste lichtstraal met dezelfde hoek.
d. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 33°, totdat hij de onderrand van het blokje raakt.
e. Teken op deze plek weer een normaal.
f. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 56°.

Deze lichtstraal gaat (ongeveer) door één van de roosterpunten a t/m i. 
g. Door welk roosterpunt gaat jouw lichtstraal het best? e






Antwoorden 

Slide 26 - Slide

Hoe groot was jouw hoek van inval?
090

Slide 27 - Poll

Door welk rasterpunt ging jouw lichtstraal uiteindelijk?
a
b
c
d
e
f
g
h
i
geen enkel punt

Slide 28 - Poll

1.2 Doe es normaal!

Neem de driehoek hiernaast nauwkeurig over.
De driehoek is 8 hokjes breed en 3 hokjes hoog. 

Teken ook de 3 gegeven lichtstralen op de plek zoals in de tekening. De linker lichtstraal ligt op 3/4 van een hokje. De onderste lichtstraal raak de driehoek op hoekje 3, en de richting is 2 opzij, 1 omhoog.

a.
Teken de normaal bij elke lichtstraal op de juiste plek en in de juiste richting.

Als je het netjes gedaan hebt, snijden de 3 normalen in de driehoek in één punt.

b. Noem dit punt P in je tekening.

Slide 29 - Slide

Lever hier een foto van je vorige opdracht in.

Slide 30 - Open question

1.2 Doe es normaal!

Neem de driehoek hiernaast nauwkeurig over.
De driehoek is 8 hokjes breed en 3 hokjes hoog. 

Teken ook de 3 gegeven lichtstralen op de plek zoals in de tekening. De linker lichtstraal ligt op 3/4 van een hokje. De onderste lichtstraal raak de driehoek op hoekje 3, en de richting is 2 opzij, 1 omhoog.

a.
Teken de normaal bij elke lichtstraal op de juiste plek en in de juiste richting.

Als je het netjes gedaan hebt, snijden de 3 normalen in de driehoek in één punt.

b. Noem dit punt P in je tekening.
Antwoorden 

Slide 31 - Slide

Opdracht 5: lichtbreking tekenen
1
2
3

Slide 32 - Slide