Les 21.2 - §2.3 soortelijke weerstand

§2.3 Weerstand
weerstand van een draad
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand van een draad
  2. Opgaven §2.3 maken
  3. Uitleg NTC, PTC, LDR

Volgende week geen les daarom meer huiswerk: afronden §2.3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.3 Weerstand
weerstand van een draad
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand van een draad
  2. Opgaven §2.3 maken
  3. Uitleg NTC, PTC, LDR

Volgende week geen les daarom meer huiswerk: afronden §2.3

Slide 1 - Slide

Waar hangt de weerstand van een draad vanaf?

Slide 2 - Slide

               De weerstand van een draad
                                           Elektronen stoten in hun weg van de – pool naar de
                                          + pool tegen ionen aan 🡪 weerstand. 

Slide 3 - Slide

hangt af van ...
  • De lengte van de draad l (m)
    Het verband tussen R en l is recht
    evenredig.
  • De doorsnede A (m²)
    Het verband tussen R en A is omgekeerd
    evenredig.
  • De soortelijke weerstand ρ (Ωm)

De weerstand van een draad
R=Aρl

Slide 4 - Slide

De lengte van de draad

Slide 5 - Slide

De doorsnede van de draad

Slide 6 - Slide

Draden in een schakelschema

Slide 7 - Slide

Voorbeeldopgave
Een elektrische boiler is aangesloten op de netspanning. Het verwarmingselement van de boiler is gemaakt van nichroomdraad met een lengte van 45 m en een diameter van 0,89 mm. Bereken de weerstand van het verwarmingselement.

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Maken en nakijken
§2.3 opgave 31, 34, 36 en (38)
timer
18:00
Eerder klaar: ga verder met het huiswerk (26), 27, 29, 32, 33, (35) en 37

Slide 9 - Slide

Weerstand en temperatuur

Slide 10 - Slide

Weerstand en temperatuur

Slide 11 - Slide

Light Depending Resistor (LDR)
De weerstand van een LDR neemt af wanneer er meer licht op de LDR schijnt.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In de schakelingen hiernaast valt het
licht van de LED op de LDR, maar het
licht van L2 kan de LDR niet beschijnen.
In welk(e) situatie(s) brandt lampje L2?

A
In situatie A
B
In situatie A en D
C
In situatie C en D
D
In situatie D

Slide 14 - Quiz

Een gloeilamp (230V; 60W) brandt al geruime tijd. De gloeidraad is door verdamping van het metaal iets dunner geworden. Neem aan dat de temperatuur van de gloeidraad constant blijft. De weerstand in de gloeidraad is ...
A
toegenomen en daardoor is het vermogen ook toegenomen.
B
afgenomen en daardoor is het vermogen ook afgenomen.
C
afgenomen en daardoor is het vermogen toegenomen.
D
toegenomen en daardoor is het vermogen afgenomen.

Slide 15 - Quiz

Een stuk weerstandsdraad KLM heeft een weerstand van
20 Ω. Men vouwt het draad dubbel en verbindt K en M.
Het dubbelgevouwen draad
heeft tussen KM en L een
weerstand van ...
A
10 Ω
B
20 Ω
C
5 Ω
D
80 Ω

Slide 16 - Quiz