Verbanden 4m

verbanden herkennen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

verbanden herkennen

Slide 1 - Slide


A
Recht evenredig verband
B
Kwadratisch verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Wortelverband

Slide 2 - Quiz

Hoeveel is y als x = 9

y=5(x)
A
8
B
3
C
15
D
45

Slide 3 - Quiz

Hoeveel is y als x = 5

y=25(20x)
A
0,8
B
2
C
4
D
1

Slide 4 - Quiz

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalen
D
onevenredig verband

Slide 5 - Quiz

wat voor verband is dit?
A
lineair verband
B
kwadratisch verband
C
wortelverband
D
exponentieel verband

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het verband in de rechtergrafiek?
A
Machtsverband
B
Kwadratisch verband
C
Periodiek verband
D
Wortelverband

Slide 7 - Quiz

Geef aan wat voor verband dit is
A
Evenredig verband
B
Recht evenredig verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Gok knop

Slide 8 - Quiz

Welk verband zie je hier?
A
lineair verband
B
kwadratisch verband
C
wortel verband
D
omgekeerd evenredigverband

Slide 9 - Quiz

Wat is het verband van de grafiek?
A
kwadratisch verband
B
parabool
C
wortelverband
D
periodiek verband

Slide 10 - Quiz

Wat is het verband
A
lineair verband
B
kwadratisch verband
C
omgekeerd evenredig verband
D
exponentieel verband

Slide 11 - Quiz

Wat voor verband is dit?
A
Machtsverband
B
Exponentieel verband
C
Lineair verband
D
Kwadratisch verband

Slide 12 - Quiz

A
C
Wortelverband
Kwadratisch

Slide 13 - Drag question

Kwadratisch verband
Lineair verband
Wortelverband

Slide 14 - Drag question

x22=y
x2=y
x5=y
x3+2=y
x12=y
Wortelverband
Omgekeerd evenredig
Lineair verband
Kwadratisch verband
Machtsverband

Slide 15 - Drag question

Welk verband hoort bij welke grafiek?
1


Lineair verband
Kwadratisch verband
Wortelverband
Periodiek verband

Slide 16 - Drag question

Sleep de formule naar de juiste parabool

Slide 17 - Drag question

Wat voor grafiek zie je?
A
omgekeerd evenredig verband
B
wortel verband
C
periodieke verband
D
lineair verband

Slide 18 - Quiz

Welk verband hoort er bij de volgende formule?

y=(4x+3)
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband
C
Wortel verband
D
Weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Geef het startgetal en hellingsgetal

x
5
10
15
20
25
30
y
13
23
33
43
53
63
A
Hellingsgetal (a) = 10 Startgetal (b) = 13
B
Hellingsgetal (a) = 10 Startgetal (b) = 10
C
Hellingsgetal (a) = 2 Startgetal (b) = 13
D
Hellingsgetal (a) = 2 Startgetal (b) = 3

Slide 20 - Quiz

Is dit een periodieke grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Lineair verband
Kwadratisch verband
Periodiek verband
Wortel verband

Slide 22 - Drag question

Hoelang duurt één periode?

Slide 23 - Open question

Wortelformule???
JA
NEE

Slide 24 - Drag question

Welke verband is GEEN lineair verband?
A
y=5x+6
B
y=x2+2x
C
y=35x
D
y=4

Slide 25 - Quiz

Geef aan wat voor verband dit is
A
Evenredig verband
B
Recht evenredig verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Gok knop

Slide 26 - Quiz