persoonsvorm 1bk

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Grammatica blok 1

Aan het eind van de les...

• Kun je de tijdproef uitleggen en toepassen.
• Kun je in zinnen de persoonsvorm herkennen en benoemen. 

Wat weet je van de persoonsvorm en de tijdproef?

Tijdproef

• Je verandert de tijd van de zin.
• Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.
  
  Ik eet een appel.                         Ik ben ziek.
  Ik at een appel.                            Ik was ziek.
  
  
  

Neem de zin over en doe de tijdproef. Benoem de pv in de zinnen.
Piet komt terug van vakantie.

Neem de zin over en doe de tijdproef. Benoem de pv in de zinnen.
De toets was klaar.

Neem de zin over en doe de tijdproef. Benoem de pv in beide zinnen.
Hij werkt hard.

Neem de zin over en doe de tijdproef. Benoem de pv in de zinnen.
Hij voetbalde vaak.

Neem de zin over en doe de tijdproef. Benoem de pv in beide zinnen.
De bloemen zijn gehaald.

Neem de zin over en doe de tijdproef. Benoem in beide zinnen de pv.
Martin heeft het naar zijn zin.

Neem de zin over en doe de tijdproef.
Benoem in beide zinnen de pv.
Meneer haalt de blaadjes op.

werkwoordsvormen

1 werkwoord in de zin --> pv

meerdere werkwoorden?

- voltooid deelwoord

- heel werkwoord

Morgen ga ik werken.

Ik ben gisteren gevallen.

Aan de slag!

• Basis: maak opdracht 9 t/m 15 (blz. 60)
   Kader: maak opdracht 13 t/m 23 (blz. 72) 
• Overleggen mag.
• Vraag? Steek je hand op.
• Je hebt de tijd tot 10:30 uur.
• Kijk je werk na.
• Klaar? Doe iets voor jezelf.