WNR les 5 / 2025 - 2026

Startopdracht
Schrijf zo uitgebreid mogelijk:

Mijn vakantie was ......, omdat ............
(de omdat moet 2-3 zinnen lang zijn)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startopdracht
Schrijf zo uitgebreid mogelijk:

Mijn vakantie was ......, omdat ............
(de omdat moet 2-3 zinnen lang zijn)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Module Werknemerschap en Recht
Protocollen en wetten


Fase 1; kennismaking
les 5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Regels
  • Oortjes, pet en  jas af en uit!
  • Telefoons op stil en uit het zicht
  • Tassen op de grond
  • Drinken met afgesloten dop is toegestaan
  • Als de een spreekt dan luistert de ander
  • Denk aan je beroepshouding



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Check in
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Programma
  • Lesdoelen
  • herhaling opbouw module
  • Terugblik
  • theorie protocollen en wetten
  • Groepsopdracht
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie Lesdoelen
  • Ik kan het verschil benoemen tussen rechten, plichten, wetten, protocollen, richtlijnen en regels
  • Ik ken de basisprincipes van de wetten WLZ, KWZ, WMO en WZD.
  • Ik begrijp hoe rechten, plichten, wetten, protocollen, richtlijnen en regels invloed heeft op de zorg voor cliënten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Herhaling opbouw module
7 weken lang werk je aan de module  werknemerschap en recht


Werknemerschap gaat in op de 6 kernkwaliteiten binnen het werkveld MZ.
Recht gaat in op de wet- en regelgeving binnen MZ.
Je staat stil bij ethiek en jouw rechten & plichten als werknemer binnen de MZ.

Na 7 weken rond je de module af met een eindopdracht.
   De eindopdracht is terug te vinden in Itslearning !

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van Empathie?

Bram is van de trap gevallen en komt Samira tegen. Samira reageert:
A
Lekker voor je dat je bent gevallen!
B
Wat erg voor je zeg! Dat voelt vast erg pijnlijk.
C
Ik ben laatst ook gevallen, het deed zo'n pijn bij mij!
D
Tja, jammer maar mijn broer valt zo vaak en die zeurt er ook niet over.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ethisch dilemma?
Noem een voorbeeld

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Theorie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Rechten
Het is wettelijke bescherming van jouw vrijheid, veiligheid en gelijke behandeling. 

Recht = wat jij mag of kunt eisen. Afdwingbaar.
Plicht = wat een ander (of jij) moet doen of laten om dat recht mogelijk te maken.

Jouw recht = andermans plicht.

Wordt jouw recht geschonden, dan kun je dit melden en laten handhaven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wetten
De overheid maakt de wet.
Wetten worden bedacht en goedgekeurd door de regering. Ze gelden voor iedereen in Nederland.

De wet is verplicht, Iedereen moet zich eraan houden: zorgverleners, zorginstellingen én cliënten.
De wet beschermt mensen
De wet zorgt voor duidelijkheid

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Is dit een recht?
Je docent neemt je telefoon in en begint door je WhatsApp te scrollen.
A
Ja, mag altijd voor orde
B
Nee, jij hebt recht op privacy
C
Alleen als je onder 18 bent
D
Alleen als je iets fout hebt gedaan

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een recht?
“Ik heb recht op een 8, ik heb hard geleerd.”
A
Klopt, daarom heb je recht op een 8
B
Nee, je hebt recht op eerlijke beoordeling
C
Alleen als je daardoor niet overgaat/slaagt
D
Alleen als de klasgemiddelde laag is

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Op stage werk je met schoonmaakmiddelen; geen handschoenen, geen instructie.

Wie heeft hier vooral de plicht?
A
Jij, want eigen verantwoordelijkheid
B
Je SLB’er
C
Het stagebedrijf
D
Een medestagiair

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

“We sturen liever geen studenten met hoofddoek naar locatie X; bewoners zijn daar niet aan gewend.” Mag dit?
A
Ja, praktische keuze toch
B
Ja, als het netjes wordt uitgelegd
C
Nee, iedereen moet gelijke kansen op stage krijgen
D
Alleen als de cliënt het zelf vraagt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De docent wil een lijst met namen + cijfers in de gang hangen “voor transparantie”. Mag dat?
A
Ja, het is educatief
B
Ja, als niemand klaagt
C
Ja, als minder dan 10 studenten zijn
D
Nee, dit is onnodige gegevensdeling onder de AVG

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Op stage geldt: geen kunstnagels, geen nagellak en nagels kort/schoon. Is dat discriminatie?
A
Ja, want dit raakt vooral vrouwen
B
Ja, tenzij cliënten erom vragen
C
Nee, mits het een hygiëne-/veiligheidseis is
D
Nee, maar schaadt wel mijn rechten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort altijd bij professioneel handelen na een bijna-val
A
Registreren volgens VIM/incident-protocol en team informeren
B
Cliënt laten tekenen dat er geen letsel is
C
Niks, er is niets gebeurd
D
Alleen mondeling doorgeven aan je maatje

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is er wet en regelgeving in de zorg?
A
Voor veiligheid, kwaliteit, privacy en gelijke behandeling
B
Omdat zorgverzekeraars dat willen
C
Om macht en controle te hebben over de zorg
D
Omdat wetten moeten van de overheid

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Verschil protocollen, richtlijnen en Regels
Een protocol: 
  • Verplicht stappenplan voor een specifieke situatie.
  • Volg je stap voor stap, ook onder stress.
  • Doel is veiligheid & kwaliteit.

Denk aan:
Evacuatie bij brand, valpreventie, ergonomisch werken, meldcode mishandeling


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verschil protocollen, richtlijnen en Regels
Richtlijnen:
  • Zijn aanbevelingen die zijn opgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaring. 
  • Geen verplichtingen, maar vaak de beste werkwijze.
  • Helpt kiezen bij twijfel.

Denk aan:
Richtlijnen omgaan met agressie of omgaan met ethische dilemma's 



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verschil protocollen, richtlijnen en Regels
Regels: 
  • Zijn afspraken die je onderling met elkaar maakt. 
  • Meer gericht op de gedrag en houding
  • Geldt voor iedereen daar
  • Geeft structuur & helder gedrag.

Denk aan;
Huisregels, omgangsvormen, kledingvoorschriften




Slide 23 - Slide

This item has no instructions

In het kort
Recht = Jouw bescherming.
Wet = Bepalen wat mag/moet én hoe dat wordt gehandhaafd.

Protocollen zijn gedetailleerde stappenplannen die MOETEN
Richtlijnen geven algemene adviezen, zijn vaak de beste KEUS
Regels volg je want dat zijn de AFSPRAKEN



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Basiskennis over wetten in de zorg
WLZ = Wet Langdurige Zorg
Voor mensen die intensieve zorg nodig hebben.
Wkkgz = Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
kwaliteit borgen, fouten melden & leren, klachten snel en eerlijk afhandelen.
Wmo = Wet maatschappelijke ondersteuning, 
Biedt ondersteuning aan mensen om zelfstandig te blijven wonen.
Wzd: = Wet zorg en dwang, 
Regels voor onvrijwillige zorg bij mensen met een verstandelijke beperking of dementie
AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming
De Europese privacywet.


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht; protocollen, richtlijnen en regels
Maak de opdracht en verwerk deze in je eindopdracht.

(Its - werknemerschap en recht - content - Les 5 - opdracht)

Slide 26 - Slide


voorbeelden
examenprotocol
meldcode
ontruimingsprotocol
privacy protocol

richtlijnen
begeleiding
sociale veiligheid
differentiëren

regels algemeen en klassenafspraken
omgangsvormen beroepshouding



Opdracht;  Wetten

Iedere groep krijgt een zorgwet toegewezen. De groep maakt een  mindmap waarin de belangrijkste punten van de wet staan. Jullie presenteren per groep kort de mindmap. Je mag  tijdens de presentatie ook een (kort) filmpje laten zien.
Let op! Deze opdracht gebruik je voor de eindopdracht, maak een foto van de mindmap en voeg deze toe aan je eindopdracht.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Jouw antwoorden
Afgekeurd: “Ik stuur geen foto’s.”

Goedgekeurd: “Als een collega via privé-app om foto van rapportage vraagt, zou ik dat niet doen. Ik zou zeggen: ‘Ik deel cliëntinfo alleen via het systeem’ Ik biedt een alternatief: ik upload het in het dossier en tag je. Ik meld de situatie eventueel bij de docent/werkbegeleider. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Presentaties

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie Lesdoelen
  • Ik kan het verschil benoemen tussen rechten, plichten, wetten, protocollen, richtlijnen en regels
  • Ik ken de basisprincipes van de wetten WLZ, KWZ, WMO en WZD.
  • Ik begrijp hoe rechten, plichten, wetten, protocollen, richtlijnen en regels invloed heeft op de zorg voor cliënten.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions