Bij woordbenoemen kennen we drie werkwoordssoorten:
1. zelfstandig werkwoord (drukt een handeling uit, belangrijkste ww in de zin)
2. koppelwerkwoord (drukt een toestand uit, belangrijkste ww in de zin, vorm van => zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen)
3. hulpwerkwoord (helpt het zww of het kww, kan niet alleen in een zin voorkomen, is bij meerdere werkwoorden in een enkelvoudige zin sowieso de persoonsvorm.)