H6.4 'Procenten en aantallen'

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom bij wiskunde

pak vast het volgende voor je:

- laptop

- werkboek

- rekenmachine

Naar LessonUp!

Hoe ziet de les er vandaag uit?

- nakijken paragraaf 6.3

- voorkennis ophalen

- doel van deze les

- instructie

- zelf aan de slag (samenwerken mag)

- evaluatie

Waar zie je een breuk?

1. 0,3
2. 3
3. 1/3
4. 17,8

wanneer gebruik je een breuk in het dagelijks leven?

Ik weet hoe ik een breuk op mijn rekenmachine moet zetten

😒🙁😐🙂😃

Doel van deze les:

Je kunt aan het einde van de les met procenten rekenen

Breuken en procenten omrekenen

100 % is alles

In het woord procent 

zit het woord cent

Cent betekent 100 

Breuken en procenten omrekenen

 procent betekent van de 100

Achter een getal zet je niet procent maar %

Je ziet 100 hokjes. 1 hokje is blauw. Welke breuk past hier bij?

1. ​100​​1​​
2. ​10​​1​​
3. ​1​​100​​

Je ziet 100 hokjes. 10 hokjes zijn rood. Welke breuk past hier bij?

1. ​100​​1​​
2. ​100​​10​​=​10​​1​​
3. ​1​​100​​

Je ziet 100 hokjes 10 hokjes zijn rood. Hoeveel procent zou dat zijn?

1. 1%
2. 10%
3. 100%

breuken en procenten

procent          breuk

50 %

25 %                                      

10 %

​2​​1​​

​4​​1​​

​10​​1​​

handig rekenen (schrijf op!)

50% = :2

25% = : 4

20% = : 5

10% = :10

trui 20 euro nu 25% korting

Bij 25 % hoort de breuk

Om de korting te berekenen deel je

20 door 

Dus 25 % van 20 = 20 : 

De korting is : 

Ik denk dat ik blz 69 zelf kan maken

ja

nee

Aan de slag

blz 69 

som 53 t/m 55

kgt

blz 72 t/m 74

Klaar: herhaling blz 91 en 92