moleculaire stoffen-3

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3.3-3 Moleculaire stoffen

Het aantal bindingen dat een broomatoom aangaat met een koolstofatoom

1. covalentie
2. metaalbinding
3. atoombinding
4. ionbinding

De naam van de binding tussen moleculen

1. atoombinding
2. metaalbinding
3. ion binding
4. van der waals binding

De naam van de binding tussen twee atomen in een moleculaire stof

1. atoombinding
2. metaalbinding
3. ion binding
4. van der waals binding

Een gemeenschappelijk elektronenpaar tussen twee C-atomen

1. atoombinding
2. metaalbinding
3. ion binding
4. covalentie

moleculen trillen op hun eigen plek 

Het kookpunt van ether is laag.

micro

macro

Suiker lost op in water. 

De waterstofatomen zijn verbonden met een atoombinding

micro

macro

Een suikeroplossing geleidt geen elektriciteit. 

De watermoleculen bewegen langzaam bij lage temperaturen

micro

macro

De covalentie van een atoomsoort bepaalt hoeveel

1. atoombindingen er gevormd worden.
2. elektronen nodig is om de stabielere octetconfiguratie te bereiken
3. elektronen nodig is om ten minste acht elektronen in de buitenste schil te hebben
4. alle antwoordden zijn juist

Jood

zuurstof 

Stikstof

koolstoof 

covalentie 1

covalentie 3

covalentie 2

covalentie 4

De binding die wordt verbroken bij een faseverandering

1. intermoleculaire bindingen (atoombinding)
2. intramoelculaire bindingen (vanderwaalsbinding)
3. beiden
4. alle antwoordden zijn onjuist

De binding die wordt verbroken bij een chemische reactie

1. atoombinding= covalent binding
2. intramoelculaire bindingen (vanderwaalsbinding)
3. beiden
4. alle antwoordden zijn onjuist

Welke structuurformule is juist getekend

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

welke is een goede structuurformule voor C₄H₈?

1. 1
2. 2
3. 1 en 2
4. 3

eind van de quiz