'De treden' bestaan uit baseparen. Er zijn vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G
DNA-
molecuul
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1
This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
'De treden' bestaan uit baseparen. Er zijn vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G
DNA-
molecuul
Slide 1 - Slide
Nucleotide: bouwsteen van DNA
Bestaat uit 1 fosfaatgroep, 1 suiker en 1 stikstofbase
DNA-
molecuul
Slide 2 - Slide
De ene streng is complementair aan (een soort negatief van)de andere.
Als je de ene weet, weet je de andere ook.
DNA-
molecuul
Slide 3 - Slide
Oriëntatie: Elke streng heeft een 3` kant en een 5` kant. De 3` kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker, de 5` kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul
Slide 4 - Slide
Oriëntatie: Beide strengen liggen andersom georiënteerd.
DNA-
molecuul
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Terugblik vorige week
10 vragen over H3
20 seconden voor een vraag met 4 antwoordopties
10 seconden voor een vraag met 2 antwoordopties
Slide 7 - Slide
Waar bevindt zich het DNA in de cel van de mens?
A
kern
B
cytoplasma
C
celmembraan
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
RNA-> DNA -> eiwit
B
DNA-> RNA -> eiwit
C
DNA -> eiwit -> RNA
Slide 9 - Quiz
Hoeveel chromosomen zitten er bij een mens in een eicel en in een levercel?
A
eicel 23
levercel 46
B
eicel 46
levercel 46
C
eicel 23
levercel 23
D
eicel 46
levercel 23
Slide 10 - Quiz
Een enzym is altijd een eiwit
A
waar
B
onwaar
Slide 11 - Quiz
Een eiwit is altijd een enzym
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Gedraaide touwladder/ dubbele helix
'Het touw' bestaat uit een fosfaatgroep (PO4) afgewisseld met een suiker (desoxyribose)