H4 WA Hfst 5 herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Planning van de les

• In de les werk je zelfstandig of
  
• In de les herhalen we alle leerdoelen van H5.

Paragraaf 5.1:

• Ik kan (met de intervalnotatie) aangeven wanneer een grafiek stijgend of dalend is. 

Noteer als interval

Paragraaf 5.1:

• Ik kan de verschillende soorten van stijgen en dalen van een grafiek benoemen.

Hiernaast zijn 4 globale grafieken getekend.
Welke hoort bij de volgende krantenkop:

Griepvirus grijpt steeds sneller om zich heen

1. A
2. B
3. C
4. D

Paragraaf 5.1:

• Ik kan de maximale en minimale waarden bij een grafiek bepalen. 

Jasmijn heeft op een dag in maart van acht uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds het temperatuurverloop bijgehouden. Zie de figuur. Hierin is t de tijd in uren met t=0 om 8:00 uur en T de temperatuur in graden Celsius.

Geef de maxima en minima.

Paragraaf 5.2:

• Ik kan bij een grafiek een toenamediagram maken.

Leerdoelen van deze les

Paragraaf 5.2:

• Ik kan van bij een toenamediagram een grafiek tekenen.

Paragraaf 5.2:

• Ik kan waarden bij een toenamediagram door- en terugrekenen.

Hiernaast zie je de toename van de sneeuwhoogte van een wintersportgebied.
Stel dat er op 1 januari er 20 cm sneeuw lag , hoeveel lag er dan op 9 januari?

Hiernaast zie je de toename van de sneeuwhoogte van een wintersportgebied.
Stel dat er op 11 januari er 20 cm sneeuw lag , hoeveel lag er dan op 5 januari?

Paragraaf 5.2:

• Ik kan bij een formule een toenamediagram maken.
  

Gegeven is de formule y = 3x² - 5x + 2.
Wat is de toename op het interval [3, 4]

Paragraaf 5.3:

• Ik kan de gemiddelde verandering berekenen.

Zie de grafiek in de figuur. Op de grafiek liggen de punten A(1, 3) en B(6, 6).
Bereken de gemiddelde toename van y op het interval [1, 6]

Zie de grafiek in de figuur. Op de grafiek liggen de punten A(1, 3) en B(6, 6). 1
Bereken de richtingscoëfficiënt van de lijn door A en B.

Paragraaf 5.3:

• Ik kan bij een grafiek het differentiequotiënt op een gegeven interval berekenen.

Bereken het differentiequotiënt op [-1, 5].

Paragraaf 5.3:

• Ik kan bij een formule het differentiequotiënt op een gegeven interval berekenen.

In de formule W = -0,01q³ + 1,5q² + 30q - 500
is W de winst in duizenden euro’s en q de productie in duizendtallen.
Bereken het differentiequotiënt van W op het interval [5, 25].