Past Continuous

'Past continuous'
Past Continuous
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

'Past continuous'
Past Continuous

Slide 1 - Slide

Past Continuous

- Wanneer gebruik je de past continuous?
- Hoe schrijf je de Past Continuous?
- Verschil tussen Past Cont. en Past Simple

Slide 2 - Slide

Past continuous
Wanneer? 
Als iets/iemand in het verleden een tijdje iets aan het doen was.


Slide 3 - Slide

Past Continuous

Slide 4 - Slide

Past Continuous
Wat is het verschil?
Veel mensen halen de Past Continuous en Past simple door elkaar. Maar wat is het verschil?

Past Simple: Gewone verleden tijd
bijv; Ik liep gisteren naar school.

Past Continuous: Iets gebeurde terwijl jij met iets anders bezig was. 
bijv; Ik was naar school aan het lopen toen het ongeluk gebeurde.

Slide 5 - Slide

Kijk je liever een filmpje met de uitleg?
Kijk dan naar de video op de volgende dia.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Choose: is this the Past Continuous / Past Simple?
Past Simple
Past Continuous

Slide 8 - Drag question

Past simple
Past continuous
was cycling
were doing
cried
slept
was studying
watched
was reading

Slide 9 - Drag question

Fill in the Past Continuous:

Wat is de regel van de past continuous?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
was/were hele ww+ -ing
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 10 - Quiz

Fill in the Past Continuous:

We ________ (to learn) the past continuous.

Slide 11 - Open question

Fill in the Past Continuous:

____ they ____ (to play) tennis in the backyard?

Slide 12 - Open question

Fill in the Past Continuous:

They _____ (to ski) last week

Slide 13 - Open question

Fill in the Past Continuous:

I ________ (to look) for my keys.

Slide 14 - Open question

Fill in the Past Continuous:

They _______ (to work) all night.

Slide 15 - Open question

Fill in the Past Continuous:

I _______ (to bake) a cake.

Slide 16 - Open question

Op de volgende dia's staan links.
Klik op deze links om de opdrachten te maken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide