This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefenen koolstofkringloop
Slide 1 - Slide
Welk molecuul komt in de koolstofkringloop NIET voor?
A
CO2
B
C6H12O6
C
NO3-
D
CH4
Slide 2 - Quiz
De koolstofkringloop
Slide 3 - Slide
Opdracht
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop. Beantwoordt de volgende vragen:
Wat zijn producenten?
Geef 2 voorbeelden van consumenten
Wat zijn reducenten?
Waar staan de nummers
1 t/m 4 voor?
Slide 4 - Slide
Opdracht
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop. Beantwoordt de volgende vragen:
Wat zijn producenten?
Geef 2 voorbeelden van consumenten
Wat zijn reducenten?
Waar staan de nummers
1 t/m 4 voor?
Antwoorden
1. Planten (organismen die aan fotosynthese doen/ glucose maken)
2. Dieren (mensen, insecten enz.)
3. Schimmels en bacteriën
4. 1 = fotosynthese,
2, 3 en 4 = verbranding
Slide 5 - Slide
Koolstofkringloop
dierlijke energierijke stoffen
fotosynthese
verbranding
koolstofdioxide
glucose
plantaardige energierijke stoffen
plantaardige en dierlijke resten
Slide 6 - Drag question
Koolstofkringloop invullen
Hoe pak je dit aan?
Begin bij de koolstofdioxide (CO2) en bedenk --> door verbranding ontstaat koolstofdioxide en planten gebruiken koolstofdioxide voor fotosynthese.
Slide 7 - Slide
Wat moet er op plaats 1 komen te staan?
Slide 8 - Open question
Bekijk de koolstofkringloop. Bij welke pijl is er sprake van fotosynthese?
Vastleggen van energie
Slide 9 - Open question
Wat wordt er gemaakt door de planten bij pijl 7?
Slide 10 - Open question
Bij nummer 2 eten de dieren de glucose op. Wat geeft pijl 9 dan aan?
Slide 11 - Open question
Waar zal pijl 8 voor staan? (Let hierbij op nummer 3 en 10 naar koolstofdioxide)
Slide 12 - Open question
Welke pijl geeft dode resten van planten aan?
Slide 13 - Open question
Welke organismen staan er bij 3?
Vastleggen van energie
Slide 14 - Open question
Als nummer 1 planten zijn en nummer 2 dieren, waar staat nummer 3 dan voor?
Slide 15 - Open question
Welke pijlen geven verbranding weer? (Let op de koolstofdioxide!)
Slide 16 - Open question
Welke term hoort er bij de pijlen 1, 2, en 4 in deze koolstofkringloop?
Slide 17 - Open question
Welke term hoort er bij pijlen 7 in deze koolstofkringloop?
Slide 18 - Open question
Welke pijlen staan voor dode organismen in deze koolstofkringloop?
Slide 19 - Open question
In de afbeelding is de koolstofkringloop weergegeven. Tot welk van de cirkels P, Q of R behoren de planten?
Slide 20 - Open question
Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
Slide 21 - Open question
In de afbeelding is de koolstofkringloop weergegeven. Bij welke pijl(en) is er sprake van het opruimen van dode resten van dieren?
Slide 22 - Open question
Aan de basis van de koolstofkringloop staan
A
de reducenten
B
de producenten
C
de consumenten
D
de concurrenten
Slide 23 - Quiz
In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop hebben verbranding (=dissimilatie)?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels
Slide 24 - Quiz
Wanneer is de koolstofkringloop verstoord?
A
Als er minder koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
B
Als er meer koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
C
Als er minder zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide
D
Als er meer zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide
Slide 25 - Quiz
In de afbeelding is schematisch weergegeven: de koppeling van de kringloop van koolstof aan de kringloop van zuurstof, de kringloop van zwavel, de kringloop van stikstof en de CO2/CH4-kringloop. De koolhydraten in de koolstofkringloop worden aangegeven door de formule 'CH2O'. De pijlen geven (groepen van) stofwisselingsprocessen aan. Welke twee van de in de afbeelding aangegeven processen p, q, r en s, kunnen plaatsvinden in cellen van de mens?
A
p en q
B
q en r
C
q en s
D
r en s
Slide 26 - Quiz
In welke binastabel vind je de koolstofkringloop
A
67E
B
67F
C
93F
D
93G
Slide 27 - Quiz
Een leerling maakt een schema om een aantal processen in de koolstofkringloop weer te geven (zie de afbeelding).In de koolstofkringloop spelen reducenten een belangrijke rol.
Welke letter geeft de omzetting aan die door reducenten wordt uitgevoerd?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 28 - Quiz
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop schematisch weergegeven. Met welke pijlen wordt het proces 'verbranding' aangegeven?
A
5 , 2 , 3
B
1, 2 en 3
C
4, 5, 7
D
3, 6 en 7
Slide 29 - Quiz
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop schematisch weergegeven. Welke organismen worden met de letter A aangegeven?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
D
afvaleters
Slide 30 - Quiz
De koolstofkringloop is belangrijk voor het leven omdat:
A
planten zuurstof omzetten in water
B
planten zuurstof produceren
C
planten door fotosynthese glucose maken en CO2 opnemen