Reflecteren

Workshop Reflecteren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Workshop Reflecteren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les
* weet je wat reflecteren is
* waarom reflecteren bijdraagt aan je professionele ontwikkeling
* weet je waar de letters STARRT voor staan;
* weet je wat de leerkuil is en waar jij je bevindt in de leerkuil
kun je terugblikken en reflecteren op periode 1
heb jij je voorbereid op je leerplangesprek

Slide 3 - Slide

reflectie

Slide 4 - Mind map

Wat is reflecteren?
1. Het terugkaatsen van licht- en geluidsgolven. 
2. Het beschrijven van jouw eigen gedachten en handelingen en de gevolgen daarvan. 

Slide 5 - Slide

Reflecteren = overdenken
Je overdenkt hoe en waarom je reageerde in een bepaalde situatie, wat die situatie met je deed, maar vooral ook welk effect je gedrag heeft op de ander, een collega of je cliënt. 
Zelfreflectie is een belangrijk instrument bij professionalisering. Het kan je nieuwe inzichten brengen in je persoonlijkheid, je functioneren je gedrag en in de achterliggende drijfveren.

Slide 6 - Slide

betekenisvolle situaties gebruiken..
Je maakt regelmatig situaties mee waarvan je leert. Bijvoorbeeld een situatie die heel erg goed ging. Of een situatie waarvan je achteraf denkt dat je dit misschien anders had moeten doen. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waarom reflecteren? 
Door reflectie
  • vergroot je je zelfkennis. 
  • krijg je inzicht in waar je kunt verbeteren en waar je al goed in bent.
  • ga je herkennen wat wel en niet werkt, voor jou en anderen.
  • leer je zien hoe anderen op jou reageren.



Slide 10 - Slide

Een reflectieverslag schrijven
Je gaat een ‘betekenisvol moment (situatie)’ beschrijven. Je beschrijft een situatie wat voor jou een belangrijk (leer)moment was aan de hand van verschillende vragen.

Slide 11 - Slide

Cyclus van Korthagen

Slide 12 - Slide

Doorlopend proces
Je bent dus nooit klaar met reflecteren! 

Door het nu regelmatig bewust te doen, zul je merken dat het op een gegeven moment vanzelf gaat bij alles wat je doet. 

Een reflectieverslag is een momentopname. 

Slide 13 - Slide

Reflectieverslag volgens de  STARR-methode

Slide 14 - Slide

Toelichting 
Situatie: wie, wat, waar, wanneer
Taak: opdracht, doel (waarom)
Actie: wat deden alle betrokkenen? (hoe)
Resultaat: doel bereikt? Zo niet, wat was wel het resultaat?
Reflectie: wat heb je geleerd 
Transfer: wat ga je een volgende keer (misschien) anders doen?

Slide 15 - Slide

TIPS
Begin elke zin met 'ik'; een reflectieverslag is heel egocentrisch 
Vervolgens een passend werkwoord:
  • Actief: ik waste, ik liep, ik zei, ik zat
  • Passief: ik keek, ik zag, ik observeerde, ik heb geleerd
Elke fase in het proces heeft zijn eigen werkwoorden, soms actief (taak, actie), soms passief. 

Slide 16 - Slide

tip:

  • Lees je verslag goed door voor je het inlevert en lees het alsof je er zelf niet bij was. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

de omgekeerde fiets 

Slide 19 - Slide

andere reflectiemethodes
https://www.reflectietoolbox.nl/



Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Periode reflectie
pak het document erbij (op papier of van Its Learning)
ga met een klasgenoot in gesprek, stel de reflectieve vragen.
vraag door! 
schrijf je periode-reflectie. 

Slide 23 - Slide

Einde van de les - doelen bereikt?
* Weet je waar de letters STARRT voor staan?
* Waarom reflecteren?
* waar sta jij in de leerkuil? 
* Kun je voorbereid het leerplangesprek in?

Slide 24 - Slide

Wat weet je over reflecteren?

Slide 25 - Mind map

Waar staat de 1e R voor van STARRT?
A
Richting
B
Relatie
C
Reflectie
D
Resultaat

Slide 26 - Quiz

Wat heb je nog nodig ter voorbereiding op het leerplangesprek?

Slide 27 - Mind map