Het Britse Rijk (herhaling)

Vandaag
Welkom!

Herhaling HC1 aan de hand van vragen

Uitleg: hoe beantwoord ik toetsvragen?

Opdracht: oefenvragen

Lesdoel evaluatie
Aan het einde van de les kun je:
  • Uitleggen hoe de VS en Duitsland de concurrentie aangingen met GB.
  • Werken met chronologie.

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
Welkom!

Herhaling HC1 aan de hand van vragen

Uitleg: hoe beantwoord ik toetsvragen?

Opdracht: oefenvragen

Lesdoel evaluatie
Aan het einde van de les kun je:
  • Uitleggen hoe de VS en Duitsland de concurrentie aangingen met GB.
  • Werken met chronologie.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog van de Britse koloniën?

Slide 3 - Mind map

Waarom 1585 als startjaar voor HC Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island

Slide 4 - Quiz

Wat was géén motief voor de Britse kolonisten om in de 17e eeuw naar Noord-Amerika te gaan?
A
Britse kolonisten waren op zoek naar goedkope grond
B
Britse kolonisten wilden graag snel rijk worden
C
Britse kolonisten wilden wapens kopen van de indianen
D
Britse kolonisten wilden vrijheid van geloof

Slide 5 - Quiz

In welk jaar werd in het Britse Rijk de slavernij afgeschaft?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865

Slide 6 - Quiz

Geef twee redenen voor de grote sterfte onder indianen.

Slide 7 - Open question

Geef twee redenen voor de grote sterfte onder indianen.
1. Engelsen namen ziektes mee waartegen de indianen niet bestand waren.
2. In conflicten met de indianen waren de kolonisten met hun wapens sterker en wonnen bijna altijd.

Slide 8 - Slide

De koloniën in het Noorden waren gericht op....?

Slide 9 - Open question

De koloniën in het Noorden waren gericht op....?

Landbouw, handel en nijverheid

Slide 10 - Slide

De koloniën in het Zuiden waren gericht op...?

Slide 11 - Open question

De koloniën in het Zuiden waren gericht op...?

Plantagegewassen

Slide 12 - Slide

Wat was GEEN plantagegewas uit Amerika?
A
katoen
B
tabak
C
suiker
D
rijst

Slide 13 - Quiz

Welke koloniën waren het meest winstgevend?
A
het Caraïbisch gebied
B
Virginia
C
New England

Slide 14 - Quiz

Met de driehoekshandel wordt bedoeld de handelsroute:
A
Afrika- Europa-Amerika
B
Afrika-Amerika-Azië
C
Europa-Afrika-Amerika
D
Europa-Azië-Amerika

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat weet je van Allahabad?

Slide 17 - Mind map

Wat past er niet bij het (Brits) India uit de 17e eeuw
A
Royal African Company
B
katoen en specerijen
C
East India Company
D
Onderdeel Mogolrijk

Slide 18 - Quiz

De East Indian Company moest rekening houden met de vorsten van...
A
het boeddhistische Mongoolse Rijk
B
het Islamitische Mogolrijk
C
het boeddhistische Mogolrijk
D
het Hindoestaanse Mogolrijk

Slide 19 - Quiz

Dat de Britten machtiger werden, bleek uit het feit dat zij...
A
vorsten mochten aanwijzen
B
belasting mochten betalen
C
belasting mochten innen
D
verdragen mochten sluiten

Slide 20 - Quiz

India kwam onder direct bestuur van de Britse regering in
A
1765
B
1776
C
1823
D
1857

Slide 21 - Quiz

Wat was geen gevolg voor India van de Britse overheersing
A
Ontstaan Westers onderwijs
B
Verbeterde infrastructuur
C
Ontstaan plantages
D
Bloei van de nijverheid

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Waar denk je aan bij industrialisatie?

Slide 24 - Mind map

Belangrijk voor de ontwikkeling van de Britse industrie was:
A
de Bloody Mary
B
de Virgin Queen
C
de Spinning Elly
D
de Spinning Jenny

Slide 25 - Quiz

Hoe speelden de koloniën een rol in de ontwikkeling van het thuisland?

Slide 26 - Open question

Gevolgen van de Wereldeconomie en Industrialisatie voor de Britse economie zijn:
A
overgang van industr. kapitalisme naar handelskapitalisme
B
markt in GB werd gevoeliger voor ontwikkelingen elders
C
de overheid ging zich meer bemoeien met de economie
D
er ontstond een standensamenleving

Slide 27 - Quiz

De rijke industriële ondernemers kregen meer politieke invloed dankzij...
A
de Factory Acts
B
de Bill of Rights
C
de Reformation Bill
D
de Reform Bill

Slide 28 - Quiz

Sleep de onderstaande onderdelen naar de juiste paragraaf. Let op! Er blijft er 1 over. 
Paragraaf 1 Amerikaanse kolonien
Paragraaf 2 India
Paragraaf 3 Gevolgen thuis
Vestigingskolonie
Royal Navy
Factory Acts
Pilgrim Fathers
Wereldtentoonstellingen
Driehoekshandel
Modern imperialisme 
EIC 

Slide 29 - Drag question

Hoe beantwoord ik een toetsvraag?

Slide 30 - Slide

Open vragen: (H)OUD-structuur
Omdat: Je herhaalt de vraag en vult deze aan met het woord ‘omdat’.

Uitleg: Je geeft historische uitleg/informatie die antwoord geeft op de gestelde vraag.

Daarom: Je uitleg wordt gevolg door ‘daarom’, omdat je een conclusie gaat trekken uit je historische uitleg. Dit is de afsluiting van je antwoord en is kort en bondig geformuleerd.


Slide 31 - Slide

Voorbeeld (H)OUD-structuur
Vraag: Het heffen van belastingen droeg bij aan het proces van staatsvorming. Leg dit uit.

  • (H) Het heffen van belastingen droeg bij aan het proces van staatsvorming,
  • O omdat staatsvorming een proces is waarbij koningen wetten gingen doorvoeren die voor het hele land golden.
  • U Door belastingen te heffen konden koningen ambtenaren betalen die zijn wetten uitvoerden en controleerden.
  • D Het heffen van belastingen was voor koningen daarom een middel om staatsvorming te bevorderen.

Slide 32 - Slide

Tekstbronnen
  • Als er bij een vraag staat: gebruik de bron moet in het antwoord de bron ook echt worden gebruikt. Doe je dit niet, dan kost het je punten.
  • Doe dit door een tekstfragment uit de bron te citeren. Je mag hierbij de eerste twee woorden van een zin opschrijven en de twee laatste woorden van een zin en plaats het geheel tussen aanhalingstekens (‘De held….in Frankrijk’). Dit scheelt kostbare tijd! Ben je onzeker over je antwoord? ⇒ citeer dan een groter tekstfragment uit de bron.
  • Laat altijd in je antwoord zien dat je de bron gebruikt. In je antwoord moet dus ergens staan: Ik kan in de bron lezen dat.... / In de bron wordt gezegd dat….
  • Geef nooit alleen citaat als antwoord! Je moet altijd uitleggen waarom je een bepaald citaat of tekstfragment gebruikt.

Slide 33 - Slide

Oefenen met toetsvragen

Slide 34 - Slide

Opdracht 1
  • (H)De schrijver werd bij het opstellen van deze tekst geïnspireerd door verlichte ideeën (o)omdat in de tekst meerdere verlichte ideeën te herkennen zijn, (u)bijvoorbeeld ‘Het volk heeft vertegenwoordigers gekozen’. Dit sluit aan op het verlichte idee van volkssoevereiniteit. (d)daarom is op te maken uit de bron dat Paine verlichte ideeën had. 

  • (H)Paine vond het volk belangrijker dan het individu (o)omdat hij schrijft dat ‘elke Amerikaan heeft aan zijn verplichtingen te voldoen’ (u)niemand kan zich onttrekken aan het steunen van haar vertegenwoordigers, die immers door henzelf gekozen zijn (in meerderheid). (d)Daarom blijkt uit de tekst dat Paine het volk belangrijker vond dan het individu.

Slide 35 - Slide

Opdracht 2
  • (H)Bonnerjee wenst continuïteit in het Indiase bestuur (o)omdat Bonnerjee wenst dat de aandacht voor Westers onderwijs en orde in India blijft (u)dat zie je aan: ‘onze wens om geregeerd te worden volgens de heersende principes in Europa’. (d)Hieruit blijkt dat Bonnerjee continuïteit wenst. 

  • (H)Bonnerjee wenst continuïteit in het Indiase bestuur (o)omdat Bonnerjee wil dat ook inwoners van India deel gaan uitmaken van het bestuur (u)dat zie je aan: ‘Alles wat wij wensen is dat de basis van het bestuur wordt verbreed en dat de inwoners van India hierin een fatsoenlijk en rechtmatig aandeel krijgen’. (d)Hieruit blijkt dat Bonnerjee continuïteit wenst.

Slide 36 - Slide

Opdracht 3
  • (H)Uit de tekst blijkt dat de Britse fabrikant zich nog niet zoveel aantrok van de Factory Act (o)omdat hier staat: ‘Daarop nam … dit verhaal.’ (regel 7-8) (u)fabriekseigenaren registreerden in 1836 nog steeds zonder terughoudendheid hoe lang kinderen gewerkt hadden, ook als het toegestane aantal uren (ruim) werd overschreden. (d)Daardoor blijkt dat dat de Factory Acts niet werden nageleefd.

  • (H)Fabrikanten waren wellicht onverschillig (o)omdat er maar vier inspecteurs voor alle fabrieken in Groot-Brittannië waren, (u)de kans dat er eentje zou langskomen was niet zo groot. (d)Daardoor was de onverschilligheid waarschijnlijk groot. 

Slide 37 - Slide