Rekenen, geld (les 4)

         Fase 2                                                        
Rekenen, geld 
(les 4)
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

         Fase 2                                                        
Rekenen, geld 
(les 4)

Slide 1 - Slide

Hoe kom jij eigenlijk aan je geld?
A
Zakgeld / kleedgeld
B
Baantje
C
Als ik iets wil, vraag ik om geld
D
Anders...

Slide 2 - Quiz

Hoeveel zakgeld
krijgen jullie per week?

Slide 3 - Mind map

Hoeveel zakgeld krijg jij per maand?

Slide 4 - Open question

Wat doe je met je zakgeld?

Slide 5 - Open question

Zakgeld krijgen is belangrijk
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

waarom is zakgeld belangrijk

Slide 7 - Mind map

Waarom krijgen veel kinderen zakgeld
A
Om te leren omgaan met geld
B
Zodat ouders niks meer hoeven te kopen voor de kinderen
C
Om te leren hoeveel euromunten er zijn
D
Zodat de portemonnee van de ouders wat leger is

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Zou jij je eigen kinderen later zakgeld geven? Waarom?

Slide 10 - Open question

Ik kan goed omgaan met mijn (zak)geld?
A
Wel
B
Meer wel dan niet
C
Meer niet dan wel
D
Niet

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoeveel zakgeld is, volgens het Nibud normaal voor een 16 jarige?
A
tussen 10 en 15 euro per maand
B
tussen 15 en 20 euro per maand
C
tussen 20 en 25 euro per maand
D
tussen 25 en 30 euro per maand

Slide 14 - Quiz

het Nibud
Het nibud helpt mensen om slimmer met hun geld om te gaan

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Zakgeld is een voorbeeld van:
A
Inkomsten
B
Uitgaven

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Ik ben tevreden over de hoogte van mijn zakgeld
A
Ja
B
Nee
C
Na deze les niet meer!
D
Zakgeld? Ik ben liever gezond!

Slide 19 - Quiz

Spaar jij ergens voor?

Slide 20 - Open question

Hoe lang moet je nog sparen?

Slide 21 - Open question

Budget
Je gaat vandaag een slaapkamer inrichten. En niet zomaar een slaapkamer.....maar een hele leuke!!!
Wat heb je nodig voor een slaapkamer? Vul maar in op het volgende woordweb.

Slide 22 - Slide

wat heb je nodig op een
slaapkamer?

Slide 23 - Mind map

Noem minstens 3 winkels of websites waar je leuke maar niet te dure spullen kunt kopen?

Slide 24 - Open question

Wat mag je uitgeven?
€ 250,00
na de fotovragen ga je opschrijven wat alles heeft gekost

Slide 25 - Slide

Doen!
Je gaat nu zoeken wat je wilt gaan kopen.
Je maakt een schermafbeelding of je slaat de afbeelding op in je map "afbeeldingen". Bij de volgende vragen kun je maximaal 5 plaatjes toevoegen per onderdeel.

Slide 26 - Slide

Mijn leukste bed

Slide 27 - Open question

Mijn leukste kleerkast

Slide 28 - Open question

mijn leukste bureau

Slide 29 - Open question

mijn leukste ......
(wat wil je nog op je kamer)

Slide 30 - Open question

Mijn leukste ....
(wat wil je nog op je kamer)

Slide 31 - Open question

Wat heeft alles gekost?
Schrijf op wat alles heeft gekost? bv bed € 54,=

Slide 32 - Open question

Wat ben je in totaal kwijt?
Houd je geld over?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide