grammatica - voornaamwoorden: onbepaald, vragend, aanwijzend

grammatica
woordsoorten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

grammatica
woordsoorten

Slide 1 - Slide

Welke woordsoorten ken je nog?

Slide 2 - Open question

Vandaag:
- gaan we oefenen met het vragend, aanwijzend en het onbepaald voornaamwoord

Slide 3 - Slide

Voornaamwoorden:
- persoonlijk voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
- wederkerig voornaamwoord
- aanwijzend voornaamwoord
- vragend voornaamwoord
- onbepaald voornaamwoord

Slide 4 - Slide

bez. vnw
Hebben jullie zijn moeder gezien?

Slide 5 - Open question

wk vnw
Bij het schillen van de appels heb ik me gesneden.

Slide 6 - Open question

Geven (jullie) elkaar de antwoorden?

Slide 7 - Open question

Geven jullie (elkaar) de antwoorden?

Slide 8 - Open question

aanwijzend voornaamwoord
Woordjes waarmee je dingen aan kunt wijzen.

'Die, dat, dit, deze, zulke, zo'n, datgene, diegene

Heb jij dat meisje zien fietsen?
dat = aw. vnw

Slide 9 - Slide

a. vnw
Deze schoenen heb ik vorige week gekocht.

Slide 10 - Open question

Vragend voornaamwoord (vr. vnw)
Wie, wat, welke, wat voor (een)

Wie gaat er vanavond mee?
Wie = vr. vnw

Let op: woorden zoals 'waar' 'wanneer' en 'waarom' zijn bijwoorden. 

Slide 11 - Slide

vr. vnw
Weet jij welke filmster een Oscar heeft gewonnen?

Slide 12 - Open question

Onbepaald voornaamwoord
Blijven vaag.
alles, iets, iedereen, elk, iemand, niemand, andere(n), sommige(n), enkele, menig, enig, verscheidene, 

Ik heb alles al ingepakt.
alles = onb. vnw

Slide 13 - Slide

onb. vnw
Sommige mensen bellen niemand.

Slide 14 - Open question

Welk voornaamwoord vind je lastig?
persoonlijk
bezittelijk
wederkerend
wederkerig
aanwijzend
vragend
onbepaald
geen

Slide 15 - Poll

Aan de slag!
Pak je grammaticaboekje. 

Slide 16 - Slide