Situaties: zakelijke gesprekken, contact met onbekenden, officiële instanties (gemeente, school, bedrijf).
Kenmerken:
- Beleefd en afstandelijker: "Goedemiddag, u spreekt met..."
- Gebruik van u in plaats van jij.
- Volledige zinnen, minder spreektaal.
- Duidelijke begroeting en afsluiting: "Fijne dag gewenst."
- Netjes doorvragen en bevestigen: "Mag ik uw naam noteren?"