Observeren 2 les 4 en 5

Observeren 2
Les 4: observatiemethodes

en Les 5
 

1 / 23
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Observeren 2
Les 4: observatiemethodes

en Les 5
 

Slide 1 - Slide

Korte kennismaking

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen
  • Observatiemethoden.
  • Feedback geven aan elkaar op stap 1 t/m 3: denk aan de theoretische onderbouwing (Opdracht uit de les vorige week)

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Stap 1: aanleiding/beginsituatie
Stap 2: algemene gegevens
Stap 3: vraagstelling
Stap 4: observatiemethoden en hulpmiddelen
Stap 5: observaties 
Stap 6: ordenen van de gegevens
Stap 7: conclusie
Stap 8: aanbeveling
Stap 9: begeleidingsplan

Slide 4 - Slide

Welke observatiemethoden ken je?

Slide 5 - Open question

Check
Kwalitatief: welk gedrag
  • Filmische observatie
  • Intervalobservatie - filmisch

Kwantitatief: hoe vaak komt het voor
  • Tijdsteekproef: vast formulier of interval
  • Checklistmethode
  • Categorie methode 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stap 4
  • Benoem welke observaties je gaat doen
  • Beschrijf: kwalitatief en kwantitatief 
  • Leg uit in welke situatie 

Ik kies voor 2 kwalitatieve en 2 kwantitatieve observaties. 
Kwalitatief: Ik voer 2 filmische observaties uit tijdens de instructie van de rekenles.
Kwantitatief: uit de filmische observaties haal ik gedrag voor een tijdsteekproefobservatie en een categorieënmethode. Ook deze voer ik tijdens de instructie van de rekenles uit.


Slide 8 - Slide

STAP 5
  • Alle observaties op een aparte bladzijde
  • Altijd vermelden: naam, naam observator, datum, tijd, situatie 
Filmische observatie
  • Minimaal 15 minuten
  • Je schrijft alles op wat er gebeurt, gezegd wordt --> relevant 
  • Je neemt de omgeving mee --> indien relevant
  • Citaten: "Is een dubbele punt, aanhalingstekens, hoofdletter, punt, aanhalingstekens sluiten.", verder met de zin.  J. zegt: ''Dit is van mij!''. 
  • Objectief!
  • Geen: weer, waarom, want --> dit zijn interpretaties 

Slide 9 - Slide

STAP 5
Kwantitatieve observaties
Schrijf een korte conclusie
Gebruik geen: veel, goed, altijd --> of onderbouw het
Gebruik feiten: "Tijdens de instructie laat S. vooral niet taakgericht gedrag zien. S. kijkt in de 10 minuten observatietijd 8x achterom, praat 7x met zijn buurman, werkt 3x keer in zijn schrift."

Slide 10 - Slide

STAP 4 - 5
  • Lees elkaars verslag: stap 1 t/m 3 en indien mogelijk stap 4 – 5
  • Geef elkaar feedback
  • Is de informatie volledig?
  • Is er theorie toegevoegd?
  • Zijn alle gegevens juist genoteerd?
  • Is het objectief?
  • Zit er geen: want, omdat, weer in?

Slide 11 - Slide

Huiswerk
  • Pas stap 1 – 3 aan door je gekregen feedback toe te passen
  • Start met de uitwerking van stap 4 en 5

Volgende week:
  • Stap 6 – 7 – 8  



Slide 12 - Slide

Ik heb nog meer uitleg nodig over deze stof
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide