Grammatica 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Grammatica 2

Vorige les

PV - hoe?

PersoonsVorm

PV - hoe?

Klas 1B geeft de juf een reep chocolade

zinsdeelstrepen

PV - hoe?

Klas 1B / geeft / de juf een reep chocolade

PV - hoe?

Klas 1B / geeft / de juf / een reep chocolade

onderwerp

PV = geef

Wie / wat + pv? = OW

Klas 1B / geeft / de juf / een reep chocolade

lijdend voorwerp

PV - hoe?

Wie / wat + pv? = OW = klas 1B

Wie / wat + pv + ow? = LV

Klas 1B geeft de juf een reep chocolade

meewerkend voorwerp

Wie / wat + pv? = OW = klas 1B

Wie / wat + pv + ow? = LV = een reep chocolade

Aan wie / wat + pv + ow + lv? = MV

Klas 1B geeft de juf een reep chocolade

PV - hoe?

Wie / wat + pv? = OW = klas 1B

Wie / wat + pv + ow? = LV = een reep chocolade

Aan wie / wat + pv + ow + lv? = MV = de juf

Klas 1B / geeft / de juf / een reep chocolade

ZWW

 Zelfstandig werkwoord

Belangrijkste werkwoord in de zin

HWW

Alle andere werkwoorden van het werkwoordelijk gezegde 

WWG

KWW

Koppelwerkwoorden

VOLGENDE LES!

KWW

Koppelwerkwoorden

Zijn - worden - blijven - blijken - lijken - schijnen

Heten - dunken - voorkomen 

KWW

Koppelt werkwoorden aan naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde.

werkwoorden zijn het werkwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde.

Zelfstandig werken

Grammatica 2

les 1 en 2

Huiswerk voor vrijdag

Vrijdag in de les

Werken aan grammatica 1, les 1 en 2 

HW voor maandag