examentraining

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Dit gaan we doen deze les

• Kahoot
• Herhaling H1-H6
• Examentraining
• Welke vragen nog meer?

Procent rekenen

Deze komen altijd terug:

• Je hebt een % en je wilt een getal
  Bedrag / 100 x %
• Je hebt een getal en je wilt een procent
  deel / geheel x 100
• Je hebt een procentuele stijging/daling
  (nieuw - oud) / oud x 100

Even oefenen

In 2010 was het aantal leerlingen op school 600. In 2025 zijn dat er 800. Hoeveel procent is het gestegen?

Bij de kassa krijg je 50% korting op een nieuwe broek die €150. Hoeveel euro moet je nog betalen?

Er leven 20 mensen van de 1000 in armoede. Hoeveel procent?

Lorenzcurve

Wat zegt deze Lorenzcurve over Brazilië?

Schaars

Als er middelen voor worden opgeofferd (tijd, geld)

vrije goederen = waar je altijd gebruik van kunt maken, kost geen geld (zon,water,lucht)

De 6 P's

• Prijs = Hoeveel kost het, goedkoop, duur, etc
• Plaats = Waar het product is, online, langs de weg, etc
• Promotie = Hoe promoot je het product, advertentie etc.
• Presentatie = Hoe presenteer je het product, bij de kassa
• Personeel = Hoe en wat doen je personeel, netjes, kleding
• Product = Hoe ziet jouw product eruit, verpakking

debet= negatief, credit=positief

Als je spaart:

Als je leent:

Even aan de slag

Maak de examentrainingen van H1 en H2 in het boek. 

Soorten werkloosheid

Seizoenswerkloosheid = werkloosheid per seizoen

Regionale werkloosheid = werkloosheid per regio

Frictiewerkloosheid = tijdelijke werkloosheid

Conjuncturele werkloosheid = werkloosheid door minder vraag

Structurele werkloosheid = werkloosheid door minder aanbod

Krappe of ruime arbeidsmarkt?

• Krappe = veel vraag naar personeel en weinig aanbod   Gevolg = Weinig werkloosheid + goede arbeidsvoorwaarden 

• Ruime =  weinig vraag naar personeel en veel aanbod   Gevolg = Veel werkloosheid en slechte arbeidsvoorwaarden. 

Even aan de slag

Maak de examentrainingen van H3 en H4 in het boek. 

     De interne markt van de Europese Unie (EU) is een gemeenschappelijke markt waarin vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen wordt verzekerd, en waarbinnen de Europese burgers vrij kunnen wonen, werken, studeren of zakendoen.

Internationaal (2)

Handelsbalans: 
--> Import- en exportwaarde (aantal producten x prijs)
--> Import- exportquote (waarde/nationaal inkomenx100%)

--> Dekkingspercentage (exportwaarde/importwaardex100%)

--> Ruilvoet (indexcijfer prijspeil export/indexcijfer prijspeil importx100)

Internationaal (4)

Welvaart
--> Welvaart meten: inkomen per hoofd (nationaal inkomen/aantal inwoners)

Ontwikkelingslanden
--> Ontwikkelingslanden: laag inkomen, veel werkloosheid, ondervoeding, snelle bevolkingsgroei, urbanisatie, weinig middelbare school afgerond en etc. 
--> Vicieuze cirkel: laag inkomen > weinig bestedingen > weinig productie > weinig werkgelegenheid > laag inkomen. 
--> Maatregelen: Fair trade, minder schulden, zachte leningen, meer ontwikkelingssteun 
--> Hulp: noodhulp, gebonden ontwikkelingshulp, ongebonden hulp, structurele hulp, bilaterale hulp en multilaterale hulp.

Even aan de slag

Maak de examentrainingen van H3 en H4 in het boek. 

Waar hebben jullie behoefte aan?

Wat willen jullie weten?