What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
meewerkend voorwerp vwo 1 (Max editie)
Lesdoel vandaag
Ik kan in een zin de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp benoemen.
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lesdoel vandaag
Ik kan in een zin de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp benoemen.
Slide 1 - Slide
Waarom grammatica
Het helpt je bij formuleren van zinnen.
De kennis die je bij Nederlands leert over grammatica, kan
je helpen bij het leren van een andere taal.
Slide 2 - Slide
Grammatica Zinsdelen
Slide 3 - Mind map
0
Slide 4 - Video
0
Slide 5 - Video
Stappen
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 6 - Slide
Meewerkend voorwerp (1)
Het meewerkend voorwerp komt voor bij werkwoorden waarbij de onderstaande truc van toepassing is:
Kan ik aan iemand +
werkwoord
?
Kan ik aan iemand geven? - zin met meewerkend voorwerp
Kan ik aan iemand dansen? - zin zonder meewerkend voorwerp
Slide 7 - Slide
even herhalen...
Slide 8 - Slide
Gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
Dus OOK de persoonsvorm.
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Welke vraag stel je bij een onderwerp?
Slide 11 - Open question
Welke vraag stel je bij een lijdend voorwerp?
Slide 12 - Open question
Lijdend voorwerp
Slide 13 - Slide
Lijdend Voorwerp
Wie / wat + gezegde+ onderwerp
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
Slide 14 - Slide
Lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp:
wie/wat + werkwoordelijk gezegde +
onderwerp
LET OP!
Als je geen antwoord kunt geven op de vraag wie/wat + gezegde + onderwerp
ontbreekt het lijdend voorwerp
Als er maten, gewichten en afstanden in een zin staan is er
nooit
een lijdend voorwerp
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Welke vraag stel je bij een meewerkend voorwerp?
Slide 17 - Open question
Meewerkend voorwerp
Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp en lijdend voorwerp
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Benoem de zinsdelen. - De docent Nederlands gaf [de leerling] een negen op zijn toets.
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 21 - Quiz
Benoem de zinsdelen - Waarom wil mijn oma altijd [een zoen] hebben?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 22 - Quiz
De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
goed
B
fout
Slide 23 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
Slide 24 - Quiz
www.cambiumned.nl
Slide 25 - Link
jufmelis.nl
Slide 26 - Link
wp.digischool.nl
Slide 27 - Link
More lessons like this
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
- Lesson with
25 slides
by
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
2 HV Grammatica (zinsdelen)
February 2022
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
- Lesson with
10 slides
by
Quiz!
Quiz!
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
- Lesson with
12 slides
by
Quiz!
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!