Fictiebegrippen

Fictiebegrippen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 12 min

Items in this lesson

Fictiebegrippen

Slide 1 - Slide

Noem vijf genres

Slide 2 - Mind map

Als er een flash-back in een verhaal voorkomt, dan is de vertelling
A
chronologisch
B
niet-chronologisch

Slide 3 - Quiz

In "Mijn nacht met Vedder" is de vader van Noor overleden.
Dit is
A
het plot
B
de voorgeschiedenis

Slide 4 - Quiz

'Mijn nacht met Vedder heeft een open einde, omdat....

Slide 5 - Mind map

In de film "De belofte van Pisa" is Sam(ir) de trompetspeler en Soesi de verrader van zijn broer. Wat is waar?
A
Sam is een flat character en Soesi een round character.
B
Sam is een round character en Soesi een flat character.
C
Sam en Soesi zijn allebei round characters
D
Sam en Soesi zijn allebei flat characters.

Slide 6 - Quiz

Waaraan herken je een vertelstandpunt in de eerste persoon?

Slide 7 - Open question

"Het verhaal lijkt wel echt gebeurd."
Dit is een:
A
emotief argument
B
moreel argument
C
realistisch argument
D
argument over de opbouw

Slide 8 - Quiz

"Je leeft heel erg mee met de hoofdpersoon van dit verhaal."
Dit is een
A
emotief argument
B
moreel argument
C
realistisch argument
D
argument over de opbouw

Slide 9 - Quiz

Wat is beeldspraak?

Slide 10 - Open question

A: Usain Bolt is zo snel als een bliksemschicht.
B: Het regent, de hemel huilt voor mij.
C: De grijze muis werd door niemand gezien.
A
A= vergelijking B= personificatie C= metafoor
B
A = personificatie B = metafoor C = vergelijking
C
A = vergelijking B = metafoor C = personificatie
D
A = metafoor B = vergelijking C = personificatie

Slide 11 - Quiz